TLN wil dat leasemaatschappijen en banken die leaseconstructies aanbieden, ruimere mogelijkheden bieden aan transportondernemers om contracten tijdelijk aan te passen. Dat meldt TLN, dat gesprekken voert met de verschillende partijen om te voorkomen dat bedrijven omvallen doordat te strak wordt vastgehouden aan eerdere afspraken, terwijl de omstandigheden niet meer vergelijkbaar zijn.
Voor transportondernemers zijn leaseovereenkomsten van groot financieel belang. Vrachtauto’s zijn immers de kapitaalgoederen voor de transportondernemers. TLN schat dat 60 procent van de vrachtauto’s wordt geleased, 30 procent wordt gefinancierd en 10 procent uit eigen midden wordt betaald.
Verschillende TLN-leden laten aan de branche-organisatie weten problemen te ervaren met de aanbieders van lease-overeenkomsten. TLN brengt de problemen in kaart en gaat daarbij uit van de praktijksituatie. Zo maakt het een verschil of een voertuig helemaal niet meer wordt gebruikt en achter een hek op een terrein stilstaat of dat er nog mee gereden wordt. Vooral bij het stilzetten van de vrachtauto’s, ervaart de transportondernemer weinig medewerking om de kosten terug te dringen.

De problematiek is niet eenduidig omdat er verschillende soorten partijen actief zijn in de leasebranche: fabrikanten van vrachtauto’s, dealers, banken en aan banken gerelateerde bedrijven. Ook is er onderscheid tussen operational lease en financial lease. Dat kan doorwerken in de mogelijkheid om een vrachtauto al dan niet tijdelijk te schorsen waardoor de kosten van verzekering, motorrijtuigenbelasting en periodieke keuring beperkt kunnen worden. Ook hanteren leasemaatschappijen een verschillend beleid betreffende het geven van uitstel van betaling van leasetermijnen en onder welke condities dit mogelijk is.