Terwijl in Den Haag de toekomst van Nederland als logistieke topspeler ter discussie staat, toont de sector zich in de Jaarbeurs van haar beste zijde. Op de vakbeurs ICT & Logistiek leggen verschillende partijen uit hoe innovatie kan helpen om de negatieve impact van logistiek op de samenleving te reduceren.
Nederland is dit jaar gestegen naar de vijfde plaats op de Logistics Performance Index, de logistieke ranglijst van de Wereldbank. De vraag is of we die positie in de komende jaren kunnen vasthouden. De politiek plaatst steeds meer kanttekeningen bij de groei van het aantal XXL-distributiecentra en de komst van buitenlandse arbeidskrachten voor het werk in al die ‘dozen’.
Tijdens het Logistiek Debat van de Vereniging Logistiek Management (VLM) op de eerste beursdag stelt Oliver Rebollo van transportplatform Trans.eu dat het met de discussie over de verdozing van Nederland wel losloopt. “De gemiddelde consument ziet niet die grote dozen, maar wel al die bestelauto’s in zijn straat. Verdere digitalisering helpt om de overlast daarvan tegen te gaan. Om een logistieke topspeler te blijven moeten we meer doen aan digitalisering.”
Werken aan beeldvorming
Cees Pille van Transport & Logistiek Nederland (TLN) stelt dat we moeten werken aan verbetering van de beeldvorming. “In de verkiezingsdebatten wordt ASML vaak als maatstaf gekomen en komt de logistieke sector er slecht vanaf. Maar ik denk dat we best trots mogen zijn op onze logistieke sector en dat meer mogen tonen.”
Pille wijst op de imagocampagne die TLN eind augustus is gestart. Sindsdien zijn op tv en radio regelmatig spotjes te zien en te horen met de boodschap ‘Het lukt alleen met logistiek’. “We moeten laten zien wat de meerwaarde is van logistiek voor de samenleving. Nodig eens de gemeenteraad of de ondernemersvereniging uit voor een kijkje in je bedrijf. Daarnaast moeten we met oplossingen komen. Bijvoorbeeld als het gaat om het inpassen van distributiecentra in het landschap.”
Leefbaarheid in de binnenstad
Dat digitalisering kan bijdragen aan betere beeldvorming, blijkt uit het project Lastmile.info. Door vrachtauto’s en bestelauto’s zo goed mogelijk door de binnenstad te sturen, moet de leefbaarheid in de stad worden vergroot. “Transport heeft een negatieve impact op onder meer de veiligheid, luchtkwaliteit, verblijfskwaliteit en congestie. De oplossing is niet om transport uit de binnenstad te weren, maar zo goed mogelijk daarmee om te gaan”, vertelt Simacan-oprichter Rob Suurbiers.
Simacan is samen met PTV Logistics, Jumbo, Breda University en Gemeente Tilburg betrokken bij Lastmile.info. Het doel is alle data over ideale aanrijroutes, zero-emissiezones, venstertijden en andere relevante zaken ter beschikking te stellen aan transporteurs en chauffeurs. Door rekening te houden met bijvoorbeeld spitsuren en evenementen kunnen transporteurs een realistische planning maken, zodat chauffeurs minder gestrest zijn.
Afspraken over aanrijroutes
Tijdens de rit ontvangen chauffeurs instructies die het navigeren en sturen door de binnenstad gemakkelijker maken. “In veel steden zijn al lokale afspraken gemaakt over aanrijroutes. Het kan zijn dat chauffeurs niet meer hoeven te draaien en steken als ze nog een stukje rechtdoor rijden in plaats van meteen linksaf te slaan richting een supermarkt. Daardoor blijft de overlast voor de buurt beperkt”, legt Suurbiers uit.
Studenten van Breda University hebben in Tilburg onderzocht wat de resultaten zijn van deze aanpak. Daaruit blijkt dat de rijafstanden en dus ook de CO2-uitstoot in de binnenstad weliswaar met 13 procent toenemen, maar dat de vrachtauto’s veel minder in de buurt van scholen komen. Ook maken ze minder vaak gebruik van rijbanen die met fietsers moeten worden gedeeld en kiezen ze vaker een weg met gescheiden rijbanen voor auto’s en fietsers. “Jumbo heeft toegezegd dat de chauffeurs van alle vrachtwagens de komende twee jaar toegang krijgen tot deze rijinstructies.”
Autonoom containertransport
Een stap verder op het gebied van digitalisering gaat het voornemen in Moerdijk om zeecontainers met onbemande voertuigen van de containerterminal naar de distributiecentra te transporteren. Alleen al Lidl is in Moerdijk goed voor zo’n driehonderd containers per dag, waarvoor nu nog dieseltrucks worden ingezet. “Het gaat om een afstand van nog geen duizend meter. Inzet van autonoom rijdende voertuigen maakt het transport efficiënter en veiliger”, stelt Eric Janse van Frigo, de logistiek dienstverlener met een koel- en vrieshuis in Moerdijk.
Op de containerterminals in grote zeehavens zijn autonoom rijdende voertuigen al gemeengoed. Zij brengen de containers van de kade naar de ‘stack’ verderop het terrein. Om diezelfde voertuigen over de openbare weg te laten rijden, is een ander verhaal. “Technisch is het geen enkel probleem, alleen hebben we wel toestemming nodig van de overheid”, stelt Janse, die denkt dat autonome voertuigen een antwoord kunnen vormen op het chauffeurstekort. “Het chauffeursbestand vergrijst in een snel tempo. En de aanwas van jonge chauffeurs is minimaal.”
Gemengd verkeer
VDL is de technische partij in dit project. Dit bedrijf maakt al automatisch geleide voertuigen (AGV’s) die niet alleen op containerterminals worden ingezet, maar ook op het terrein van bedrijven als Aviko in Steenderen en BASF in Ludwigshafen. “We hebben nu zo’n driehonderd AGV’s rondrijden”, vertelt John Thelen van VDL Automated Vehicles. “Op containerterminals gaat het om volledig afgesloten terreinen waar alleen AGV’s rondrijden. Bij Aviko en BASF gaat het om gemengd verkeer, waarbij onze AGV’s tussen andere vrachtauto’s rijden.”
Rijden op de openbare weg is geen probleem. De AGV’s zijn aan de voor- en zijkanten voorzien van laserscanners. Zodra die een object detecteren, stoppen de voertuigen direct. “Dat is een bestaande, uiterst robuuste technologie. Zeker als je deze voertuigen 24 uur per dag en zeven dagen per week wilt inzetten, moet de technologie gewoon werken”, verklaart Thelen. Frigo hoopt dat de eerste AGV in 2025 rondrijdt in Moerdijk.
