Holthausen Clean Technology maakte afgelopen weekend bekend, vergaand samen te gaan werken met het Amerikaanse Hyzon. Dat is een producent van zowel waterstoftechniek als trucks en bussen. Het lijkt een logische stap met veel synergie die beide partijen de gelegenheid biedt hun voorsprong uit te bouwen.
De slag om de Europese markt voor op waterstof aangedreven zware voertuigen is in volle gang. Hyundai lijkt met 1.000 voertuigen binnen te zijn in Zwitserland. Nikola mikt met Iveco op een waterstof aangedreven truck en zegt er 1.400 in bestelling te hebben. Maar beide partijen doen momenteel vooral aan marketinggeweld en moeten de eerste truck nog afleveren. Het Groningse Holthausen Clean Technology, bouwt al op basis van DAF en Mercedes-Benz kant en klare waterstof aangedreven trucks. Daarvan zijn er vorig jaar al 15 op de weg gezet.
Voor dit jaar is hun orderportefeuille tot nu toe verdrievoudigd naar 45 stuks. Vergeleken bij de grote merken mag dat bescheiden lijken. Maar de Groningers hebben wel al een werkend concept op basis van een vertrouwd product dat overal te servicen is. Het bedrijf zal volgens directeur Max Holthausen mede daardoor ondanks de Corona dit jaar voor het eerste zwarte cijfers schrijven. Niet slecht als je pas vijf jaar met waterstof bezig bent.

Een ander gevolg van het succes is dat Holthausen qua productieruimte letterlijk uit zijn voegen barst. “We waren al bezig met een nieuwe locatie maar toen kwam de Corona en hebben we dat even on hold gezet”, aldus PR-manager Stefan van der Spek twee weken geleden. “We hebben de Coronatijd gebruikt om ons product veel verder te industrialiseren en zo de bouwtijd te verkorten. En dus de capaciteit van ons huidige locatie te vergroten. Dat is gelukt door op een subframe kant en klare aandrijfmodules te bouwen die we veel sneller in de auto kunnen monteren.” Toch lijkt er achteraf er nog een reden geweest om even niet te verhuizen: De gesprekken tussen Hyzon en Holthausen waren al in een vergevorderd stadium.
De nu gelanceerde samenwerking lijkt een klassieke win/win. Hyzon wil vaste grond in Europa en Holthausen heeft een grote partner nodig voor de investeringen die nodig zijn om den duur te kunnen blijven bestaan. “Hyzon was voor ons een logische keus omdat we al een paar jaar een leverancier-klantrelatie mee hebben. Wij gebruiken voor de conversie naar Fuelcell voertuigen (FCEV’s) al Hyzon componenten”, vertelt Max Holthausen die samen met zijn vader Carl de dagelijkse leiding heeft over het nieuw opgerichte bedrijf Hyzon Motors Europe b.v.. Door de samenwerking is de Holthausenvestiging vanaf deze week meteen het Hyzon hoofdkantoor in Europa van waaruit het veel dichter op de Europese markt kan zitten dan vanuit de USA. Clean Technology op zijn beurt, is verzekerd van onderdelen, ontwikkelingsslagkracht en zeker ook investeringskapitaal.

En dat laatste zal zeker nodig zijn aangezien beide partijen de bedoeling hebben zo snel mogelijk een échte OEM te worden. “Wij willen de ombouwstatus voorbij en met een geheel eigen product inclusief eigen chassis en eigen cabine komen”, aldus Max. “Daar hoort uiteraard ook een eigen dealerorganisatie bij. Want dat is wat de Europese transporteur gewend is van een OEM. Hij wil een hoog serviceniveau.”
De research en ontwikkeling een eigen chassis en het ontwerp van de cabine lijkt in de huidige plannen vooral de taak van de Amerikanen. “Dat wil niet zeggen dat ze hem ook gaan bouwen. Dat kan ook elders,” vertelt Max. “Wij in Groningen gaan ons naast doorontwikkelen vooral richten op de verkoop en de bouw van voertuigen voor Europa.”
De huidige lijn voertuigen is gebaseerd op de DAF LF CF en XF-series en de Mercedes Econic voor specifieke toepassingen. “Dat is voor veel transporteurs vertrouwd. Zij kunnen dan met onze voertuigen voor het onderhoud gewoon naar hun DAF of Mercedes dealer. Daarbij is het is nu al zo dat wij onze FCEV’s op afstand kunnen uitlezen. Zo kunnen we bij een eventueel probleem direct zien of de dealer dat kan oplossen of wij iemand moeten sturen.”
Alle voertuigen die vanaf nu de vestiging in Groningen verlaten, gaan al wel Hyzon heten. “Wij kopen op dit moment nog complete trucks van Eindhoven. Dus inclusief motor en versnellingsbak,“ vertelt Max. “Maar als wij in 2021 naar een 150-200 voertuigen gaan, hopen wij net als andere merken ook losse cabines en chassis te kunnen kopen. DAF heeft voorlopig nog niet de waterstofambities die wij hebben en daarom geen moeite met ons. Ze vinden dat wij hun product juist verrijken.”
Of dat zo blijft als Hyzon straks in Europa 2.000 eenheden per jaar gaat afzetten, is natuurlijk de vraag. “Daar heb ik nu ook geen antwoord op en voorlopig zijn we nog niet zover,” aldus Max. “Bovendien kunnen we dat soort aantallen alleen realiseren met een eigen truckontwerp.” Of die er echt zo snel komt, zal blijken. Want schaalgrootte is alles en niets voor niets bieden de directe concurrenten Hyundai en Nikolai hun FCV’s ook aan op basis van bestaande modellen.

Feit blijft dat Hyzon Europe op dit moment zo’n beetje als enige een volledige range aan FCEV’s kan leveren van een 7,5 tonner tot 50 ton. Met naar keuze een geautomatiseerde versnellingsbak of een Allison. En met motoren van 250 tot 450 kW en fuel cells met een vermogen van 45 tot 150 kW. “Dat gaan we later dit jaar uitbreiden met een grote fuel cell van 367 kW (500pk). De uptime van onze trucks is gelijk of beter dan een diesel en het onderhoud zelfs goedkoper. En de componenten zijn uitgelegd voor een anderhalf miljoen kilometer,” legt Max uit. “Belangrijk is ook de range. Die zit afhankelijk van de inzet momenteel rond de 400 kilometer met vijf tanks achter de cabine. Dat is genoeg voor een hele dag distributierijden. Maar ook richting Denemarken en Duitsland gaat dat goed: anders dan een batterijvoertuig, tank je een FCEV in 10 minuten weer vol.”
Op dit moment gaat een 80 procent van de productie van de Groningse FCEV’s voornamelijk naar Duitsland en Engeland. “De beperkende factor in Nederland is dat het achterloopt met zijn waterstoftankstations. Over de grens en zeker in Duitsland zijn er veel meer,” weet Max. “Wij als Hyzon gaan zelf geen vulstations bouwen. Maar we hebben met Energypoint een andere Holthausentak die dat wel doet. Alleen merken we daar dat de weg naar meer waterstofstations in ons land best vol ambtelijke hobbels zit.”
Toch denkt Max dat er twee redenen zijn waarom het aantal stations ook in Nederland snel kan stijgen. “Ten eerste zet de EU met een pot van maar liefst 125 miljard Euro vol in op de ontwikkeling van een waterstofinfrastructuur. En ten tweede zijn trucks van groot belang voor het succesvol exploiteren van een waterstofvulpunt. Een waterstofstation voor personenwagens is namelijk heel moeilijk rendabel te krijgen: te weinig afzet. Maar met waterstoftrucks gaan er veel meer kilo’s door de slang en stijgt de vraag veel sneller.”

“Het is en blijft een beetje kip ei vraag”, mijmert Max. “Maar dat is met elke nieuwe energiedrager. Voor ons is in ieder geval duidelijk dat in het terugdringen van de CO2-uitstoot, waterstof voor zware trucks op de langere afstand het enige werkbare alternatief is. De eerste jaren zal dat nog voornamelijk grijze en blauwe waterstof zijn. Maar met de opschaling naar wind- en zonne-energie komt er ook steeds meer groene waterstof beschikbaar. Maar dan moeten er wel trucks zijn die er op kunnen rijden.”