De Europese Commissie heeft een brief gestuurd naar alle EU-lidstaten om duidelijkheid te scheppen over belangrijke aspecten met betrekking tot de toepassing van de nieuwe EU-richtlijn betreffende de detachering van bestuurders, die op 2 februari 2022 van kracht is geworden.
De meeste EU-lidstaten hebben de EU-bepalingen nog steeds niet omgezet in nationale wetgeving. Dit heeft belangrijke gevolgen, zoals verwarring over de hoogte van de beloning die bedrijven zullen moeten betalen aan chauffeurs die buiten het thuisland zijn gedetacheerd.
In de brief worden de lidstaten eraan herinnerd dat met ingang van 2 februari 2022 het EU-portaal voor detacheringsverklaringen “het enige verplichte systeem moet zijn dat wegvervoerondernemers kunnen gebruiken om verklaringen te versturen wanneer zij hun chauffeurs in andere lidstaten detacheren”. In de brief worden de lidstaten gewaarschuwd dat de Commissie “indien nodig, bereid is inbreukprocedures in te leiden wegens niet-mededeling of niet-naleving” van de EU-regels inzake de terbeschikkingstelling van chauffeurs.
Zeer belangrijk voor vervoerders wordt in de brief duidelijk gespecificeerd dat “bij gebrek aan nationale omzettingsmaatregelen het opleggen van nationale administratieve eisen en controlemaatregelen aan buitenlandse vervoerders met betrekking tot de detachering van bestuurders die niet in overeenstemming zijn met de EU-regels, en met name het opleggen van het gebruik van nationale systemen voor het indienen van detacheringsverklaringen, in strijd is met de EU-wetgeving”.
De IRU heeft zich ingezet om duidelijkheid te krijgen over de detacheringsregels en is blij met de brief van de EC: “Wij waarderen de inspanningen van de Europese Commissie om de regels voor de detachering van bestuurders te verduidelijken en de lidstaten ertoe aan te zetten hun verplichtingen na te komen bij de omzetting van de regels en het naar behoren informeren van de exploitanten. De huidige ambiguïteit als gevolg van de vertraging bij de omzetting en de informatieverstrekking leidt tot juridische, operationele en financiële onzekerheid, die zowel voor werkgevers als bestuurders contraproductief is”, aldus Raluca Marian van de IRU.
