Chauffeurs stappen zeggen in groten getale hun baan op bij containervervoerders. Ze zijn de lange wachttijden, vooral bij terminals in de Rotterdamse haven, meer dan zat en verkassen graag naar andere sectoren in het wegtransport.
Bij Koolwijk Polsbroek vertrokken in korte tijd tien chauffeurs. “En niet omdat de chauffeurs het bij hen niet naar hun zin hebben maar omdat ze de lange wachttijden bij bij de containerterminals in Rotterdam beu zijn”, aldus oud-eigenaar Piet Koolwijk tegenover Nieuwsblad Transport. “Ze vinden het hartstikke jammer om bij ons te vertrekken maar ze willen nu eenmaal rijden en dus gaan ze iets anders vervoeren dan containers.”
Ook collega’s van Koolwijk zien chauffeurs opstappen. Vepex in Rotterdam is in een jaar tijd dertig chauffeurs kwijtgeraakt, JGT in Hoogvliet zag zeven man vertrekken in de afgelopen drie maanden, Schouten in Polsbroek in een half jaar drie truckers. Allemaal noemen ze min of meer dezelfde reden. De wachttijden op de zeeterminals zijn niet leuk meer, en door het chauffeurstekort kunnen ze gemakkelijk in ander deelmarkten van het wegvervoer terecht.
Alleen Jan Eskes in Streefkerk laat een afwijkend geluid horen. “Wij hebben heel weinig verloop, maar wij betalen de wachturen gewoon uit. Dat doen niet alle bedrijven.” “Chauffeurs gooien er niet na één tegenslag het bijltje bij neer”, zegt directeur Arie Schouten van Schouten Polsbroek. “Het is een opeenhoping van problemen. Sinds de computerstoring bij ECT vorige zomer is er eigenlijk altijd wat.”
