Daar waar de Achterhoek pas echt begint, zetelt transportbedrijf Gesink. In Zelhem om precies te zijn, en alweer vanaf de 19e eeuw. Al heel oud dus, maar geenszins ouderwets. “Al denk ik achteraf dat we beter wat eerder op Euro 6 hadden kunnen overstappen”, zegt directeur Arno Gesink. [INDEX | TTMnl2016_5_28]
Als we binnenstappen bij Gesink Zelhem, moeten we even zoeken naar de directeur. Die blijkt op de planning te zitten. “Het is zo ongelooflijk druk momenteel, dan spring ik weleens bij”, verklaart Arno Gesink. Het is tekenend voor de ontwikkelingen in de economie en dus in het transport.
“Zeker sinds het einde van de bouwvak gaat het hard. Wij vervoeren veel bouwmaterialen, dus een opleving in de bouw merken wij direct. Maar ook in onze andere activiteit, internationaal groupagevervoer naar België, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk maar bovenal naar Duitsland, groeit goed. We mogen steeds meer Duitse opdrachtgevers verwelkomen. Hopelijk stijgen de tarieven nu ook wat”, glimlacht Gesink. Hij verwacht voor het bouwvervoer dit jaar een groei van 20 procent in omzet, bij de groupage 10 procent groei. Zo goed ging het niet altijd. “De economische crisis heeft ons goed geraakt, zeker kort na 2008. We hebben destijds ingezet om 2009 te voltooien zonder gedwongen ontslagen. Dat is gelukt, maar het heeft ons wel serieus geld gekost.”
Silent
Anno 2016 heeft Gesink Zelhem 120 man personeel, waarvan circa 90 chauffeurs, allemaal met de Nederlandse nationaliteit. Het wagenpark bestaat uit 75 trekker-opleggercombinaties, een handvol bakwagens en vijftien meeneemheftrucks, voor het bouwmaterialenvervoer. Gesink Zelhem besloot tien jaar geleden tot een éénmerkpolitiek op het gebied van vrachtauto’s. “DAF, en alleen DAF”, aldus Gesink. “Maar we werden op de proef gesteld door het faillissement van Cosmo Trucks. Toen hebben we ook Iveco’s en Renaults aangeschaft, gewoon om even aan te geven dat we heus niet vast zaten aan DAF. Inmiddels hebben we een prima verstandhouding met Bakker Bedrijfswagens. Maar we rijden ook nog enkele Volvo’s FH. Met de 13 liter motor. We monitoren het verbruik van die auto’s, die het vooral in heuvelachtig terrein in Zuid-Duitsland beter doen dan de DAF’s Euro 6. Die hebben een 11 liter motor overigens.” De DAF’s hebben de MX11 van Paccar omdat het gaat om Silent edities. “Die hebben we voornamelijk gekocht voor de subsidie”, geeft Gesink toe. “Scheelt toch zo’n 2.000 tot 2.500 euro per truck. Maar als ik eerlijk ben, zo’n Silent truck is ook een goede investering met het oog op de toekomst. Wie weet hoe over een paar jaar de geluidseisen in en rond steden zijn?”
Cosmo
Gesink Zelhem beschikt over een eigen werkplaats en doet ook al het onderhoud zelf. “Bijna al het onderhoud”, nuanceert chef werkplaats Ido Buunk. “De APK doen we niet zelf. We keuren de auto’s zelf en dan meldt Bakker ze af. Zelf gaan keuren? Dat kan, maar dan moet je wel investeren in bijvoorbeeld een remmentestbank.” Dat overweegt Gesink Zelhem dan ook niet. “Zeker niet nu er rond Doetinchem een nieuwe randweg ligt. Dat scheelt 20 minuten rijden naar Bakker, en dat is veel met het aantal APK’s per jaar dat wij hebben.” Kort voor het faillissement van Cosmo Trucks heeft Gesink Zelhem het onderhoud wel degelijk uitbesteed, maar dat ‘liep niet lekker’, zegt Arno Gesink. “Auto’s moesten ook worden ingepland voor kleine schades, waardoor er soms weken werd doorgereden met een kapotte lamp of traptrede. Niet optimaal. Nu we zelf het onderhoud weer doen, zijn we daar veel directer in. Een schade? Dan kan de auto direct de werkplaats in. Het is snel, flexibeler en veel goedkoper zo. Minder stilstand, daar gaat het toch allemaal om”, voegt Buunk toe.
ATe
Het wagenpark van Gesink Zelhem bestaat zoals gezegd uit veel DAF’s, en daarvan bestaat 70 procent uit Euro 5-auto’s. “Destijds, toen Euro 6 opkwam, deed DAF die Euro 5 ATe auto’s zo’n beetje in de aanbieding. Scheelde 8.000 tot 9.000 euro per truck”, schetst Arno Gesink. “Euro 6-trucks waren weliswaar goedkoper in de Maut, maar het duurt lang voordat je zo’n groot aanschafvoordeel van Euro 5 hebt terugverdiend. Maar achteraf vraag ik me weleens af het de juiste keuze was. Die ATe’s zijn weliswaar heel zuinig, maar je ziet nu dat Euro 6 soms voordelen heeft. De Maut natuurlijk, maar kijk ook maar naar de toegangseisen voor de Tweede Maasvlakte. En wie weet wat daar nog bijkomt aan beperkingen voor Euro 5-auto’s? En we moeten nog wel een paar jaar met onze Euro 5-auto’s”, denkt Gesink hardop na.
Preventief
Ido Buunk voelt zich als een vis in het water in de werkplaats van Gesink. Hij geeft er leiding aan vier andere monteurs. “Daar zitten veel jonge jongens bij, allemaal nog geen 30. Opvallend? Ik weet dat er een gebrek is aan jong technisch personeel, maar wij hebben goede contacten met roc’s. We krijgen soms gewoon personeel aangeboden.” Hij ziet in de werkplaats ook andere trucks verschijnen dan alleen die van Gesink zelf. “We doen wat onderhoud voor eigen vervoerders hier uit de buurt, of charters met een probleem. Niet zo veel, ongeveer vijf trucks per maand.” De trucks van Gesink Zelhem zelf komen twee keer per jaar in de werkplaats, de banden worden vier keer per jaar op spanning gehouden. “Weinig? Zo zijn onze schema’s nu eenmaal. We kunnen op deze manier goed preventief plannen en onze stilstand is acceptabel”, riposteert Buunk. Hij ziet de ontwikkeling in telematica, maar zegt dat de gegevens die de systemen van Transpass en CarrierWeb hem opleveren voorlopig voldoende zijn.
Voor wat betreft digitale ontwikkeling heeft Arno Gesink nog wel een wens. “Om onze beladingsgraad te optimaliseren, gebruiken we nu Timocom. Goed systeem, maar we hebben nooit de eigen regie over de partner in handen. “Ik zou graag een ict-systeem ontwikkeld zien worden, een soort marktplaats, waarin vervoerders kunnen samenwerken en zien wie waar rijdt en wie nog wat lege ruimte heeft. Als ze dan vervolgens zelf contacten kunnen leggen en afspraken maken, is dat veel flexibeler dan met een externe partner. De partij die zo’n systeem ontwikkelt voor de transportsector is volgens mij spekkoper.”
#silentdaf
#personeel
#marktplaats
TEKST: ARJAN VELTHOVEN | FOTO’S: KOOS GROENEWOLD
