Groot was de ophef toen TTM.nl afgelopen week meldde dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) momenteel jaagt op malafide transportbedrijven. Maar het is echt waar: afgelopen zaterdag werd er bij twee transporteurs in Venlo en de omgeving van Utrecht een handhavingsactie uitgevoerd. Tot nog toe zijn dit jaar 45 bedrijven op basis van een risicoprofiel onderzocht en bij zestig procent ervan werden misstanden geconstateerd. De komende tijd zullen meer bedrijven onverwachts worden gecontroleerd, zegt ILT.
Doel van de acties is te onderzoeken of de bedrijven zich mogelijk schuldig maken aan illegaal cabotagevervoer, werken in strijd met het vergunningstelsel voor wegvervoer, schijnconstructies en ondermijning van de sociale zekerheid voor wat betreft beloning en werkomstandigheden van chauffeurs.
Afgelopen zaterdag werd bij de bedrijven, die dit keer niet met naam werden genoemd, de bedrijfsadministratie gevorderd. Via de bedrijfsadministratie wordt de komende tijd gekeken of de bedrijven zich houden aan de regels van de Arbeidstijdenwet, Arbeidstijdenbesluit vervoer (rij- en rusttijden), Wet wegvervoer goederen, Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Arbeidsomstandighedenwet. Bij het transportbedrijf in Venlo wordt specifiek ook de relatie met de zusteronderneming in Duitsland tegen het licht gehouden.
De ILT, Inspectie SZW en de Politie werken structureel samen in het Transport Informatie Expertise Centrum (TIEC). In deze samenwerking wordt informatie gebundeld en treden de diensten gezamenlijk op om alle vormen van oneerlijke concurrentie in het transport aan te pakken. Zoals het inzetten van goedkoop personeel via schijnconstructies. Dit zijn bedrijfsconstructies waarbij de feitelijke situatie afwijkt van de (papieren) situatie. Hierbij is sprake van oneigenlijke concurrentie op arbeids- en marktvoorwaarden waarbij ondernemingen een grotere marge of lagere ritprijs aan kunnen bieden. Dat is oneerlijke concurrentie voor vervoerders die hun werk wel volgens de regels doen.
Dit jaar hebben de ILT, Politie en Inspectie SZW tot nog toe circa 45 bedrijven onderzocht. Daarbij stelden de inspectiediensten in 60 procent van de gevallen schijnconstructies en/of overige misstanden vast. Bijvoorbeeld het niet voldoen aan de eis van reële vestiging, een onvolledige of onbetrouwbare rij- en rusttijdenregistratie, oneigenlijk gebruik van transportvergunningen, chauffeurs die tegen de regels in niet in dienst waren bij een bedrijf en structurele uitbesteding van arbeid. In totaal heeft de ILT voor bijna 3,5 miljoen euro aan boetes opgelegd en zijn er vergunningen ingetrokken. Omdat de bedrijven op basis van een risicoprofiel zijn uitgezocht, zijn de resultaten niet representatief voor de hele transportsector, merkt ILT op.
Jongens goed bezig