De gemeente Lelystad heeft de regels voor bevoorrading van het stadshart aangescherpt zonder dit vooraf te overleggen met het bedrijfsleven. Verladersorganisatie EVO tekent bezwaar aan, daar dit totaal niet strookt met de Nota Mobiliteit, waarin is vastgelegd dat gemeenten met leveranciers en transportbedrijven moeten overleggen om samen te komen tot goede afspraken over de bevoorrading van winkels.
EVO heeft bij de gemeente Lelystad bezwaar aangetekend tegen het genomen verkeersbesluit en aangedrongen op overleg om zo alsnog tot werkbare afspraken te komen. Daarnaast heeft EVO de Commissie Stedelijke Distributie op de hoogte gesteld. EVO overweegt nog verdere acties richting de gemeente.
Per 1 september wordt in Lelystad het voetgangersgebied uitgebreid en wordt binnen dit gebied een lengtebeperking ingesteld van 12 meter. Op dit moment zijn winkels de hele dag te bevoorraden omdat aan de achterzijde zogenaamde expeditiehoven liggen. Door uitbreiding van het voetgangersgebied is straks echter nog maar de helft van de expeditiehoven bereikbaar tussen 6.00 en 11.00 uur. Het is volgens EVO onbegrijpelijk dat de gemeente komt met deze maatregel. Deze maatregel dwingt bedrijven in de spits te gaan rijden en zorgt dus voor files.
De gemeente sluit niet uit dat de lengtebeperking van 12 meter ook voor andere expeditiehoven zal gaan gelden. EVO is hier fel op tegen omdat in Lelystad geen of nauwelijks fysieke beperkingen zijn die dit noodzakelijk maken. Een kortere vrachtauto is niet per definitie wendbaarder dan een trekker met city-oplegger. Het instellen van deze beperkingen maakt het bevoorraden van winkels complex en leidt ertoe dat ondernemers juist meer voertuigen moeten inzetten. Dit heeft een negatief effect op luchtkwaliteit, verkeersveiligheid en leidt tot extra kosten.