Het loon dat buitenlandse chauffeurs in Nederland krijgen is een heikel punt in de CAO-onderhandelingen, zegt Anton Meijerman van CNV. Moeten buitenlandse chauffeurs betaald worden volgens de Nederlandse cao? En om welke chauffeurs gaat het dan? De tijd om hierover afspraken te maken begint te dringen, nu de Tweede Kamer vindt dat er voldoende geregeld is om de grenzen per 1 mei volledig open te stellen.
Op centraal niveau zijn er afspraken gemaakt tussen werkgevers en werknemers. Maar zodra er concrete cao-afspraken moeten worden gemaakt, loopt dit volgens Meijerman niet zo gemakkelijk. Kennelijk willen sommige transportondernemingen het personeel aanvullen met buitenlandse chauffeurs, maar deze dan niet volgens de cao-afspraken betalen”, meent hij. Hij vindt dat bijzonder vreemd. “Individuele bedrijven willen hierover best afspraken maken”, zegt Meijerman die daarover dertien transportondernemingen in Noord-Nederland heeft gesproken.
Maar welke buitenlandse chauffeurs zouden dan onder die Nederlandse cao moeten vallen? Poolse vervoersbedrijven kunnen ook best opdrachten aannemen om goederen naar Nederland te rijden. Volgens woordvoerder Rick Ohm van werkgeversorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) is het kenteken van de vrachtwagen bepalend. “Chauffeurs die voor een Nederlands bedrijf rijden, moeten onder de Nederlandse cao vallen. Deze chauffeurs rijden in een vrachtwagen met een Nederlands kenteken”, zegt hij. “Nederlandse bedrijven kunnen ook opdrachten uitbesteden aan Poolse vervoerders. En het komt voor dat een Nederlander in Polen een transportbedrijf begint. In die gevallen, vallen de chauffeurs onder de Poolse cao”, legt hij verder uit.
“Niet al deze bedrijven in Polen zijn echte transportondernemingen”, meent Meijerman. De CNV wil de zogenaamde ‘postbusbedrijven’ aanpakken. “Dit zijn geen bedrijven maar constructies waarmee Poolse chauffeurs worden geregeld voor Nederlands transportbedrijven.
Doelbewust worden daarmee de Nederlandse arbeidsvoorwaarden ontdoken. Zulke chauffeurs moeten onder de Nederlandse cao vallen”, zegt Meijerman. “Hierover willen we met werkgevers afspraken maken. Dat is belangrijk voor de Nederlandse chauffeurs. Want voorkomen moet worden dat er concurrentie ontstaat op basis van arbeidsvoorwaarden.”
Deze kwestie kwam afgelopen week in een breder verband aan de orde in de Tweede Kamer. PvdA-Kamerlid T. Heerts wil dat Minister Donner van Sociale Zaken haast maakt met een onderzoek of werknemers meer rechten kunnen krijgen om achterstallig loon te claimen. De minister heeft vorige week toegezegd dat hij gaat uitzoeken of hij kan voorkomen dat foute werkgevers door constructies met malafide uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid voor onderbetaling en (on)veilige werkomstandigheden ontlopen.
Ohm verwacht na het volledig openstellen van de grenzen op 1 mei geen enorme toeloop van buitenlandse chauffeurs. “Ook in Oost-Europa ontstaat langzamerhand krapte aan chauffeurs. Veel chauffeurs op het internationale transport kwamen uit het leger. Daar worden nu veel minder chauffeurs opgeleid. De lonen stijgen. En de chauffeurs vragen zich af, of ze nu niet net zo goed in hun eigen land kunnen blijven. Er komt meer balans tussen West- en Oost-Europa”, zegt Ohm. “Het openstellen van de grenzen kan misschien wat druk van de ketel afhalen. Maar er zullen niet ineens veel buitenlandse chauffeurs naar Nederland komen.”
Bron: Friesch Dagblad
