Transportbedrijven in Hardenberg zitten te springen om nieuwe werknemers. Maar ze zijn nauwelijks te vinden. Een open dag, georganiseerd door onder meer het CWI en vijf transportbedrijven, was woensdag een groot succes.
Er is een groot gebrek aan voldoende vakkundig personeel in de wereld van transport en logistiek, en in Hardenberg is het niet anders. De Hardenbergse vestiging van het Centrum Werk en Inkomen (CWI) heeft zo twintig banen in de aanbieding, waarvan het merendeel als chauffeur. Maar in de driehoek tussen Emmen, Zwolle en Almelo ligt het aantal vacatures op vele tientallen, zo schat CWI-seniormedewerker Gerrit Brill. Andere functies waaraan grote behoefte is zijn planners, loodsmedewerkers en orderpikkers.
Omdat het CWI niet direct kan voldoen aan de vraag naar werknemers werd een open middag bedacht. “Om de transportsector in Hardenberg toch wat tegemoet te komen. Het enthousiasme bij de bedrijven was enorm”, merkte Brill, “binnen de kortste keren was er met Petra Baarslag, Henk Brink en Jan Veurink een clubje gevormd dat de organisatie heeft opgepakt.” In totaal vijf transportbedrijven, het CWI, drie uitzendbureaus, diverse opleidingsinstanties en de brancheorganisaties TLN en EVO presenteerden zich gistermiddag op het terrein van Veurink met voertuigen, stands en informatiemateriaal. En de belangstelling was overweldigend. In een tijdbestek van ruim drie uur kwamen tussen de 275 en driehonderd geïnteresseerden af op de open middag. Brill hoopt dat een aantal daarvan terugkeert bij de bedrijven als werknemer.
Want die schreeuwen om nieuw personeel. Jan Veurink van het volgend jaar 150 jaar bestaande transportbedrijf: “Er blijft werk liggen. Dagelijks moet ik werk afzeggen, simpelweg omdat de mensen er niet zijn.” Maar het kan nog erger. Veurink kent collega-bedrijven in de Randstad waar de vrachtauto’s niet kunnen rijden omdat er onvoldoende chauffeurs zijn. “Zo gek is het hier gelukkig nog niet”, vult Henk Brink aan, “maar als we niet snel nieuw personeel werven gaat het wel die kant op. Onze brancheorganisatie voorspelt de komende tien jaar een verdubbeling van de transportsector. Nederland is groot als vervoerland.”
Het binnenhalen van bijvoorbeeld Poolse arbeidskrachten wordt door Jan Veurink afgedaan als ‘waanzin’. Volgens hem biedt dat geen oplossing voor het probleem. “Die zou je misschien nog kunnen inzetten op lange trajecten. Voor het binnenlandse werk is het ondoenlijk om met buitenlanders te werken. Denk alleen maar eens aan het probleem van de taal en kennis van het wegennet.” De krapte op de arbeidsmarkt moet dus worden opgevangen met Nederlands personeel. Dat betekent dat de sector moet werken aan haar imago. Brink en Verlink vinden het jammer dat een reclamecampagne enkele jaren geleden is gestopt. “Het is echt geen onaantrekkelijk beroep. Chauffeurs hebben veel vrijheid en verdienen best een acceptabel loon”, stelt Verlink. De cao kent drie groepen, chauffeurs die het ‘rondje kerk’ doen, nationale chauffeurs en internationale chauffeurs. Binnen die groepen zijn er gradaties door onder meer dienstjaren en opleidingen. Daarnaast hebben chauffeurs een goede verblijfskostenregeling en diverse toeslagen.
Bron: De Stentor