De overheid houdt bestelauto’s in het verkeer scherp in de gaten. Niet alleen is er sinds kort een proef met snelheidsbegrenzers, de verkeerspolitie Rotterdam-Rijnmond heeft sinds enkele weken een apart project waarbij gericht gesurveilleerd wordt op bestelauto’s die de verkeersregels overtreden. Dat schrijft het Nederlands Dagblad.

De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) kan niet verklaren waarom er meer ongelukken gebeuren. “Maar je ziet dat de dalende trend toch weer is omgebogen”, merkt onderzoeker Chris Schoon op. “De cijfers over 2006 liggen hoger. Ik zie zelf ook vaak bestelbusjes met hoge snelheid over de snelweg rijden.” Ook TLN tast in het duister over de oorzaak. “Elk ongeluk bezorgt de branche een slecht imago. En dat beeld is niet één, twee, drie verdwenen. Maar wij zouden graag willen weten uit welke hoek de problemen precies komen. Zijn het koeriersdiensten, schilderbedrijven? Dat weten we niet”, zegt woordvoerder Mark Dijk van TLN.
Na eerder protest uit de branche is er kortgeleden een proef met snelheidsbegrenzers op bestelauto’s van start gegaan. Ruim honderd bestelwagens hebben nu een apparaat dat voorkomt dat chauffeurs harder dan 120 kilometer per uur rijden. Werkgevers kunnen achteraf controleren of personeel te hard heeft gereden. In het najaar worden de eerste resultaten van de proef verwacht. “Als de proef slaagt, hebben we iets in handen waarmee we de verkeersveiligheid verbeteren én kosten besparen”, zegt Loes Spaander, beleidsadviseur van verladersorganisatie EVO. “Als bestuurders zich houden aan de maximum snelheid, scheelt dat brandstof en boetes.”
In Rotterdam wacht de verkeerspolitie daar niet op. Gerichte surveillances moeten het aantal overtredingen terugdringen. De score over de eerste twintig dagen is: 47 bestelbusjes langs de kant gezet, 52 bekeuringen van in totaal 5260 euro en veertien overtredingen waar het Openbaar Ministerie over beslist.