Een transportonderneming is aansprakelijk voor diefstallen uit vrachtauto’s als ze niet al het mogelijke heeft gedaan om diefstal te voorkomen. Dat heeft de rechtbank in Breda bepaald in een geschil tussen Adidas en transportonderneming Frans Maas. Dat meldt BN/De Stem.
Uit een wagen van Frans Maas werden in Engeland 390 dozen met 4.000 kilo sportkleding gestolen. De chauffeur had de combinatie nog gecontroleerd voordat hij ging slapen. De volgende ochtend om 6.00 uur ontdekte hij dat de huiftrailer was opengesneden en dat drie kwart van de lading foetsie was. Frans Maas beriep zich op overmacht. Een dergelijke diefstal uit een in de nacht geparkeerde vrachtauto is volgens de transporteur niet te voorkomen. De rechtbank constateert echter dat de chauffeur de wagen had gezet op een parkeerplaats waar de politie op een bord in vijf talen voor diefstal waarschuwt, terwijl op 5 km een verlicht, met video’s bewaakte parking is gelegen. “Dan is het geen overmacht”, overweegt de rechtbank.
Volgens internationale verdragen is de toe te kennen schadevergoeding aan een maximum gebonden. Dat betekent dat Adidas van de schade van 50.000 euro slechts 30.000 vergoed krijgt. Om het gehele bedrag toegekend te krijgen moet er sprake zijn van roekeloosheid. Volgens Adidas was dat het geval. “De wagen was geladen met een waardevolle, gemakkelijk verhandelbare lading op een plaats waar zeer vaak is gestolen. Het was waarschijnlijker dat de lading wel gestolen zou worden dan niet gestolen.” De rechtbank vindt dat overdreven. “Het is niet bekend waarom de chauffeur niet door is gereden”, aldus de rechtbank.
