Minister Eurlings ziet geen reden op te treden tegen fraude met de digitale tachograaf. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft hij dat er geen bewijs is dat er op grote schaal met de digitale tachograaf wordt gesjoemeld. Herziening van de rij- en rusttijdenverordening is momenteel niet aan de orde, zo schrijft Eurlings ook.
“Ik ben op de hoogte van fraude- mogelijkheden met de digitale tachograaf. Bij wegcontroles wordt fraude zelden aangetroffen. Daarnaast is het overtredingpercentage van de rij- en rusttijden weinig afgenomen. Dit laatste doet vermoeden dat er van wijdverbreid gebruik van fraude geen sprake is. Het is mogelijk dat fraude op bedrijfsterreinen vaker plaatsvindt dan op de weg, omdat hier immers detectie op heterdaad ontbreekt”, zo schrijft Eurlings aan de Kamer.
FNV Bondgenoten spreekt in haar dossier “Magneetfraude Digitale Tachograaf” over specifieke controles op fraude in het buitenland. Uit een eerdere inventarisatie via het netwerk van buitenlandse inspectiediensten, waaronder Frankrijk, zegt Eurlings dat is gebleken dat van dergelijke gerichte controles geen sprake is. “Tevens bleek hieruit dat ook internationaal de omvang van de fraude met de magneet onbekend is. Nederland neemt in Europees verband actief deel aan de expertgroep tegen fraude. Zo worden onder andere via een gemeenschappelijke website (TACHOWEB) kennis over fraude en de mogelijkheden voor opsporing internationaal uitgewisseld. In het kader van de Europese controlerichtlijn 2006/22 is recent afgesproken extra aandacht aan de bestrijding van fraude te besteden”, aldus Eurlings.
De minister wijst transporteurs op zijn mening dat de sector bij de bestrijding van fraude ook zélf een verantwoordelijkheid heeft. “Signalen over fraude, en dan met name het onder druk zetten door werkgevers van werknemers, kunnen gemeld worden bij de vakbonden en de brancheverenigingen. Ook bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat kunnen dergelijke signalen gemeld worden. De suggestie, dat een dergelijke vorm van werkgeversdruk, zoals door FNV Bondgenoten verondersteld wordt, op grote schaal voorkomt, wordt tot nu toe niet bevestigd door partijen binnen de sector. Ik wil voorkomen dat er op basis van uitzonderingen beleid wordt gemaakt. Uiteraard blijf ik wel alert op eventuele nieuwe ontwikkelingen”
Volgens Eurlings is met de Europese Commissie (EC) afgesproken dat Nederland bij ECR zal aanbieden om een masterclass voor de Europese inspectiediensten te organiseren over fraude. Ook de EC zal hieraan een bijdrage leveren. De nadruk zal liggen op de aandacht voor fraude, het toepassen van de door de EC voorgestelde maatregelen en de gegevens- uitwisseling. Het mogelijke bijeffect van de magneet zal hier zeker een plaats krijgen.
Volgens minister Eurlings is herziening van de rij- en rusttijdenverordening is momenteel niet aan de orde. “Daarvoor is geen draagvlak binnen de EU, mede omdat de verordening pas recent is vastgesteld. Ik streef wel naar een EUbrede, geharmoniseerde interpretatie van de bestaande regelgeving. Dit is in het belang van de interne markt en tevens wordt op die manier gekomen tot een eerlijke marktwerking die gelijk is in heel Europa. De voor alle lidstaten geldende richtsnoeren die de EC in overleg met de lidstaten uitgeeft, acht ik een praktisch middel waarbij voorkomen wordt dat het fragiele compromis van de verordening opengebroken hoeft te worden. Momenteel bespreekt de Inspectie Verkeer en Waterstaat met branche-organisaties de knelpunten die chauffeurs en bedrijven tegenkomen bij het naleven van de Europese rij- en rusttijdenverordening. Op 24 november jongstleden heb ik over deze knelpunten met de Europese Commissaris voor Transport, de heer Tajani, gesproken. In dit gesprek heb ik een toelichting gegeven over de uiteenlopende uitvoerings- en handhavingspraktijken in de EU-lidstaten betreffende de controle van de rij- en rusttijden door middel van de digitale tachograaf. De heer Tajani en ik hebben afgesproken dat Nederland een notitie maakt waarin de problematiek met betrekking tot de 28 controle dagen wordt verhelderd. Deze notitie zal vervolgens als basis dienen voor nadere beraadslaging door de verantwoordelijke specialisten in de Europese Commissie. In het kader van de totstandkoming van de Kabinetsreactie op de adviezen van de Commissie Noordzij, zal samen met de sector worden gekeken naar kansrijke oplossingen voor een aantal punten rond de rij- en rusttijden en de digitale tachograaf”, zo besluit Eurlings zijn brief.