Albert Heijn wil het lossen van vrachtauto’s bij haar distributiecentra sneller en efficiënter laten verlopen. Wie bereid is aan een aantal voorwaarden te voldoen, kwalificeert zich voor de ‘fast lane’. Sommige leveranciers doen dat al, maar er is ruimte voor verbetering, zegt Tony Vendrig, Senior Vice President Supply Chain Supervision bij Albert Heijn op de site van GS1.
Fast lane leverancier bij Albert Heijn wordt je niet zomaar, daar moet je wel wat voor doen. Voldoen aan twee eisen, eigenlijk: ten eerste maak je gebruik van het door GS1 gestandaardiseerde palletlabel en het verzendbericht. Ten tweede zorg je ervoor dat je correct en betrouwbaar levert. Vendrig: “Leveringsbetrouwbaarheid is zeer belangrijk voor een snel en efficiënt ontvangstproces. Je kunt wel een palletlabel gebruiken, maar plak die dan ook op een plaats waar het label zichtbaar is. En zorg ervoor dat dan ook inderdaad de juiste lading op de pallet staat.” Volgens Vendrig komt nu een derde van de leveranciers van Albert Heijn in aanmerking voor ‘fastlanen’, maar zij zijn dermate groot dat ze wel voor twee derde van de bestellingen in aanmerking komen. In ongeveer de helft van de gevallen zit er nog een fout in. Albert Heijn doet zijn best om het proces te optimaliseren, maar wat moeten leveranciers zelf nog verbeteren? “Vier zaken zijn van belang: ten eerste moet het elektronisch verzendbericht foutloos zijn; ten tweede moet dit tijdig worden verzonden, voordat de vrachtwagen bij ons aankomt; ten derde moeten de palletlabels correct op een leesbare plaats worden aangebracht en ten vierde moet datgene wat er in het verzendbericht en palletlabel staat ook overeenkomen met de fysieke lading op de pallet. Als dat allemaal klopt, dan kunnen we samen fast lanen. Alle partijen winnen daarbij.”
Bron: GS1