In reactie op het onderzoek van het Duitse Fraunhofer Institut naar de effecten van LZV’s stellen EVO en TLN dat er inderdaad een geringe tegengestelde modal shift kan optreden wanneer ecocombi’s op grote schaal worden ingezet. Maar de gevolgen daarvan staat in geen verhouding staan tot de totale milieuwinst en maatschappelijke baten die worden geboekt.
EVO en TLN verwijzen naar de meer neutrale studie die Transport & Mobility Leuven, onderdeel van de Universiteit van Leuven, in opdracht van de Europese Commissie uitvoerde naar de effecten van ecocombi’s binnen Europa. Uit het eindrapport dat in januari van dit jaar werd gepresenteerd, kwam naar voren dat grootschalige internationale inzet van ecocombi’s een jaarlijks voordeel oplevert van 24 tot 29 miljard euro. Bovendien wordt er juist grote winst geboekt op gebied van milieu vanwege de daling in de totale CO2-uitstoot voor alle vervoersmodaliteiten tezamen. TLN en EVO vinden dan ook dat moet worden gekeken naar de totale CO2-uitstoot en niet die per vervoersmodaliteit.
TLN en EVO vragen zich af of de gevolgen voor het wegvervoer zijn uitvergroot door bijvoorbeeld een worstcase scenario te volgen. Bovendien zijn de organisaties benieuwd in hoeverre in het onderzoek rekening is gehouden met technologische innovaties in het wegvervoer. De organisaties zien liever dat de spoorlobby zich richt op innovatieve oplossingen voor het spoorvervoer om een betere prijs-kwaliteit te kunnen leveren in plaats van het verwerpen van innovaties in het wegvervoer, zoals de ecocombi. Zowel spoor, binnenvaart als de weg zijn immers hard nodig om de toekomstige groei van het goederenvervoer op te kunnen vangen.
Zie eerdere publicatie op TTM.nl
