‘Kansen voor dryport in Emmen-Coevorden’

Volgens regionale overheden en ondernemers zouden Emmen en Coevorden samen heel wat bedrijvigheid uit de grote zeehavens kunnen overnemen door het oprichten van een zogenaamde ‘dryport’.
Dat werd gezegd tijden een recente bijeenkomst van regionale ondernemers op gebied van vervoer en logistiek. Zij reageerden overwegend positief op de plannen van de gemeenten Emmen en Coevorden en de provincie Drenthe om in de regio Emmen-Coevorden een ‘dryport’ te vestigen. Een dryport is een werkgebied in het achterland van een of meer zeehavens, waar bedrijfsactiviteiten van de vaak overvolle havens worden overgenomen, zoals douane- en veiligheidscontroles, op- en overslag, assemblagewerk en distributie. Een dryport biedt goede kansen voor de werkgelegenheid in deze regio. De havenautoriteiten voorzien een forse groei van de maritieme aanvoer van goederen en denken de dreigende problemen van ruimtegebrek en verkeersopstoppingen het hoofd te kunnen bieden door de goederen, doorgaans in containers, zo snel mogelijk naar gebieden met achterland terminals te brengen, bij voorkeur per trein of schip en daar de aanvullende werkzaamheden te verrichten. Uit onderzoek is gebleken dat de regio Emmen-Coevorden zeer is geschikt voor een dryport vanwege de beschikbare ruimte, de ligging tussen Nederlandse en Duitse zeehavens en de uitstekende bereikbaarheid via snelwegen. Vooral de Euroterminal Coevorden en de Bentheimer Eisenbahn zijn belangrijke troefkaarten. Daarmee ligt er een directe verbinding tussen het Nederlandse en het Duitse spoorwegennet.
Betere samenwerking
De ondernemers in Emmen en Coevorden zien ook goede kansen voor een dryport in de regio. Zij plaatsen hierbij echter wel de kanttekening dat verbetering van de spoor- en waterverbindingen en onderlinge samenwerking, ook tussen de verschillende terminals, nodig is. Met verschillende partners uit de zeehavens uit Noord-Nederland en uit Noord-Duitsland wordt nu gekeken welke maatregelen genomen moeten worden om een dryport Emmen-Coevorden te kunnen realiseren. Het onderzoek is gefinancierd door de gemeenten Coevorden en Emmen en de provincie Drenthe en is mede mogelijk gemaakt door een Interreg-subsidie van de Europese Unie.