Volgens het Duitse vakblad DVZ neemt de sinds 1 januari van dit jaar in Duitsland op proef toegestane LZV geen grote vlucht. Oorzaak is de forse investering voor een relatief geringe toename van het nuttig laadvermogen
Volgens het bericht heeft nog geen enkel bedrijf bij de Duitse overheid een registratie aangevraagd. Wel zijn er aanvragen ingediend voor tien dolly’s en zijn er nog veertig in behandeling. Daarnaast zijn er twaalf aanvragen ingediend voor een 14,90 lange oplegger. Volgens de DVZ zijn de forse investeringen voor het ombouwen van een bestaand voertuig tot LZV de oorzaak. Voor een motorwagen of trekker bedragen die naar zeggen van de DVZ tot 20.000 euro. Daarbij komt bij een combinatie van motorwagen met dolly en oplegger nog eens 27.500 voor een dolly. Bij inzet van een trekker met oplegger met een middenas aanhanger moet men volgens de DVZ 4000 euro investeren in een koppeling en nog eens 8000 euro in aanvullende voorzieningen aan de oplegger. Verder is de winst aan laadvermogen volgens de DVZ gering. Zo is het eigen gewicht voor een combinatie bestaande uit trekker, oplegger en middenas aanhanger 17,5 ton en voor een motorwagen met dolly en oplegger 20 ton. Bij een treingewicht van 40 ton zijn de nuttige laadvermogens dan resp. 22,5 en 20 ton. Een conventionele motorwagen met aanhanger komt volgens de DVZ op 27 ton. Een verlengde oplegger zit, bij inzet in het gecombineerd vervoer (waarbij 44 ton trein gewicht is toegestaan) op een nuttig laadvermogen van 26 ton. Bij inzet in het gecombineerd wegvervoer mogen de LZV’s die 4 ton extra uiteraard ook bij het laadvermogen optellen. Niettemin vinden veel transporteurs volgens de DVZ de extra investering in een LZV te hoog.
Bron: DVZ