De gemeente Amsterdam presenteert met de Agenda Amsterdam Autoluw een visie, compleet met maatregelen, pilots en onderzoeken om zeker het centrum autoluw te maken en prettiger om te vertoeven voor bewoners en bezoekers. Onderdeel van de AAA is het optimaliseren van de stadslogistiek in (het centrum van) Amsterdam.
De hoofdstad wil de stadslogistiek vooral efficiënter maken. De strategie om hubs voor personen- en goederenvervoer te maken wordt verder ontwikkeld. De gemeente wil toe naar logische schakelpunten voor overstap en overslag, in combinatie met voorzieningen zoals oplaadpunten voor (grote) voertuigen en pick-uppoints voor pakketten. Waar logische combinaties mogelijk zijn tussen de overstap van personen en kleinschalige logistiek (pick-up-points) worden kansen benut. Hubs voor overslag en voor personen liggen niet noodzakelijkerwijs op dezelfde locatie, maar combinaties zijn denkbaar. Ook worden kleinere eBuurthubs mogelijk gemaakt. Naast het Smart Mobility Lab zouden hubs moeten verrijzen op de volgende locaties: langs A10, Oost: langs A1, Zuidoost: tussen A2 en spoor Amsterdam-Utrecht, Zuidwest: langs A4, West: langs A5, Noord: langs A7 en A10 bij de afslagen.

Om de bruggen en kademuren zoveel mogelijk te ontlasten en ervoor te zorgen dat het achterstallig onderhoud niet (snel) verder oploopt, is in het Actieplan bruggen en kademuren opgenomen dat het huidige beleid van de 7,5 ton zone wordt herijkt. Uitgangspunten hierbij zijn dat van 7,5 ton tot 45 ton alleen nog een ontheffing wordt uitgegeven in combinatie met een routetoets. Boven de 45 ton worden geen ontheffingen meer verleend. Hierbij vervallen de vrachtroutes waar nu geen ontheffing voor nodig is. Ook wordt gekeken om de belasting van bruggen en kademuren door stilstaand zwaar materiaal of materieel te beperken.

Amsterdam kent een waaier aan venstertijden. Omdat de stad drukker wordt, botsen de venstertijden in toenemende mate met pieken in het verkeer, zoals de ochtendspits voor fietsers. De gemeente bepaalt de venstertijden, terwijl ondernemers in de betreffende gebieden bepalen wanneer ze iets bezorgd willen hebben. Dit is niet efficiënt voor vervoerders, die moeten zorgen dat ze binnen de venstertijden een gebied in rijden en vervolgens moeten wachten tot het moment waarop een partij de bestelde goederen wil ontvangen. Optimalisering van venstertijden vergt bewustwording van het logistieke proces, een integrale blik op de verkeersstromen in de stad en de bereidheid om bestelgedrag aan te passen. De gemeente gaat samen met vervoerders en de winkeliers de gebieden onderzoeken om te komen tot betere venstertijden.

De gemeente ontwikkelt een dynamische beleveringskaart voor de stad. Deze kaart geeft een integraal beeld van de toegang voor logistiek tot de stad, en van de ruimte en voorzieningen voor logistiek in de stad. Er komt eerst een kaart op basis van de huidige situatie en regelgeving, die vervolgens wordt aangepast aan nieuwe regels en beleid. Daarbij valt te denken aan de zero-emissiezone voor vrachtverkeer die vanaf 2025 geldt, aan laadinfrastructuur of aan hubs in de regio, aan de rand van de stad en in de verschillende buurten. Zo ontstaat er een duidelijk beeld over waar welke voertuigen onder welke voorwaarden (zoals gewicht, tijd) mogen rijden, laden en lossen.
Amsterdam is al langer bezig om de bouwlogistiek te optimaliseren. Dat blijft een punt van aandacht, waarbij de gemeente vooral inzet op ontlasting van het wegennet door vervoer over het water en het ontwikkelen van multimodale hubs.
Op sommige punten in Amsterdam is het zo druk dat logistieke activiteiten soms bemoeilijkt worden. De gemeente helpt stadsdelen met kennis en expertise, zodat ze met de lokale stakeholders tot oplossingen kunnen komen in verschillende gebieden waar zich problemen rondom logistiek voordoen. Een van de mogelijke oplossingen is de inzet van multifunctionele servicestroken, waar geladen en gelost kan worden. Door een deel van de openbare ruimte in te richten voor flexibel gebruik, bijvoorbeeld voor logistiek of touringcars, ontstaat er meer ruimte om snel te laden en te lossen. De gemeente bekijkt hoe oneigenlijk gebruik van deze plekken kan worden tegengaan. Hierbij wordt rekening gehouden met prikkels voor schone en stille voertuigen.

Bouwlogistiek zorgt voor de grootste stroom bedrijfswagens in Amsterdam, horeca is een goede tweede. Uit recent onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam blijkt dat de regio afstevent op een verkeersinfarct als de belevering van horeca niet efficiënter wordt. Het bestelgedrag van horecagelegenheden is daar een belangrijke sleutel voor. Samen met de branche en de Hogeschool van Amsterdam onderzoekt de gemeente hoe de horeca slimmer en efficiënter kan worden beleverd, bijvoorbeeld door te bundelen aan de rand van een gebied of door verschillende leveranciers samen te laten werken in het logistieke proces.
Om de congestie in de stad te verminderen wil de gemeente Amsterdam samen met de branche en kennisinstellingen experimenteren met Licht Elektrische VrachtVoertuigen (LEVV). LEVV’s kunnen volgens de gemeente maximaal 10-15 procent van de bestelautoritten vervangen. Dit vormt een goede oplossing voor de slotkilometer, de zogeheten last mile.