Het Europese Hof van Justitie heeft onlangs uitspraak gedaan in een slepende kwestie omtrent het vervoer over de weg van lege containers als onderdeel van gecombineerd transport. Het betreffende vervoer valt niet onder de cabotageregels en dus was een boete van 8000 euro voor een Duitse vervoerder ongegrond.
De discussie draaide om de vraag of het transport van lege containers, met name vóór het laden of na het lossen, moet worden beschouwd als onderdeel van gecombineerd vervoer of dat het moet vallen onder de strengere regels voor cabotagevervoer. In 2020 voerde de Bundesanstalt für Güterverkehr (BAG) twee controles uit bij Contargo Rhein-Neckar GmbH en maakte bezwaar tegen 60 transporten uitgevoerd door het Roemeense bedrijf TIM-Trans Impex SRL tussen 6 mei en 27 mei 2019.
TIM-Trans Impex werd beschuldigd van het vervoeren van lege containers zonder de voorgeschreven voorkeursbehandeling voor gecombineerd vervoer, wat leidde tot een aanzienlijke boete van 8.625 euro. Volgens BAG had de bedrijfsleider van TIM-Trans Impex de limiet van drie cabotageritten in zeven dagen overschreden.
Tijdens een hoorzitting betoogde de beheerder echter dat het vervoer van lege containers integraal deel uitmaakte van het bredere contract voor het vervoer van beladen containers, dat viel onder de voorkeursbehandeling van gecombineerd vervoer volgens Richtlijn 92/106. Ondanks dit standpunt legde BAG de vervoersmanager de boete op, onderstrepend dat het vervoer van lege containers vóór het laden of na het lossen onderworpen is aan de cabotagebeperkingen van Verordening nr. 1072/2009.
Het Hof van Justitie oordeelde echter dat het vervoer van lege containers, wanneer dit plaatsvindt in directe samenhang met het vervoer van goederen, een onlosmakelijk onderdeel is van gecombineerd vervoer. Deze interpretatie sluit aan bij de doelstellingen van de richtlijn om wegcongestie en milieueffecten te verminderen en de verkeersveiligheid te vergroten.
De uitspraak van het Hof citeerde Richtlijn 92/106 en benadrukte de vrijstelling die vervoerders toestaat initiële en/of finale wegvervoersactiviteiten uit te voeren als onderdeel van gecombineerd vervoer, vrijgesteld van de strengere cabotagevoorschriften van Verordening (EG) nr. 1072/2009. Deze beslissing biedt duidelijkheid aan de transportsector en bevordert een soepeler en competitiever proces voor bedrijven die betrokken zijn bij gecombineerd vervoer, in lijn met de bredere doelen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Europese Unie.
