Pagina 66 van: TTM.nl nr. 1 2019

66 | februari 2019 TTM.nl
5
sentimenteel materieel
Zwaart hield ook niet van heel gedetailleerd of kleurrijk werk, want dat
betekende dat de werkplaats lange tijd werd bezet door één auto – min-
der ruimte voor ander werk. Het karakter van de reclames en kleurscha-
keringen op de bedrijfsauto’s in ‘Rijdende Reclame’ ademen veelal rust,
en dat is best prettig. In onze tijd zien we maar al te vaak bontgekleurde,
tegenwoordig vaak gewrapte gekheid op bedrijfsauto’s.
STIL ZITTEN
Het werk van de fi rma Van der Zwaart was dus arbeidsintensief. Fraai is
het verhaal in het boek over het werk met bladgoud. Sommige bedrijven
wilden (een deel van) de reclameletters in goudkleur laten uitvoeren. De
Telegraaf liet dat onder meer doen. Vanwege de kostbaarheid van het
materiaal werd het aanbrengen met de grootst mogelijke voorzichtig-
heid uitgevoerd. Een bijkomende moeilijkheid was dat het bladgoud
aanbrengen in een volledig stofvrije omgeving moest plaatsvinden.
Reden waarom Jo van der Zwaart dit werk ’s avonds uitvoerde, als er
niemand anders in het bedrijf was. Of toch… zijn dochter Henny mocht
af en toe kijken, maar dan moest ze wel héél stil zitten.
RISICO
De klantenkring van Van der Zwaart was omvangrijk. Vrijwel alle
opdrachtgevers waren bedrijven in Amsterdam en omliggende plaatsen
(Amstelveen, Aalsmeer, Badhoevedorp en Uithoorn). Veel van die onder-
nemingen waren landelijk actief en in heel Nederland bekend, zoals
Bronswerk (land- en scheepsinstallaties), Bührmann (papiergroothandel),
Coca-Cola, Draka (Hollandse Draad- en Kabelfabriek), Van Gend & Loos,
Gerzon (damesmodehuis), Lucas Bols, Haust (beschuit), Van Houten (cho-
colade), Mars, Melk Unie, Patria (biscuits), Rath & Doodeheefver (behang-
selpapier), Remington Rand (kantoormachines) en Vettewinkel (verf).
Heel grote klanten, met enorme wagenparken, hadden Jan Oege en Jo
overigens liever niet, vanwege het risico dat ze daarmee liepen. Omvallen
van zo’n onderneming zou hen hard treffen. Hun credo was dan ook:
‘Liever honderd klanten één keer dan één klant honderd keer’. Enkele
grote klanten van Van der Zwaart hebben eigen pagina’s in het boek
gekregen, zoals De Telegraaf, J.P. Wyers N.V., een groothandel voor de
woninginrichting, en N.V. J.A. Luycks’ Fabrieken en Inleggerijen.
SCANIA-VABIS
Van de meeste autofabrikanten die in de periode 1924-1970 op de
Nederlandse transportmarkt actief waren, zijn bedrijfswagens in
‘Rijdende Reclame’ terug te vinden. Bij de kleine en grote vrachtwagens
zijn vóór de oorlog de merken Ford, Chevrolet, Dodge en International
ruim vertegenwoordigd. Na de oorlog zijn met name Bedford, Chevrolet,
DAF, Ford en Opel royaal in het boek aanwezig. In de bestelbusjessfeer
zijn het in de jaren vijftig en zestig Citroën, Fiat, Ford Taunus, Renault en
Volkswagen (de befaamde T1’s) die de dienst uitmaken. Maar ook heel
andere merken komt de lezer tegen, zoals Austin, Borgward, Commer,
Diamond T, Karrier, Mercedes-Benz, Morris, NAG, Scania-Vabis,
Studebaker, Tempo en White.
WONDERWAGEN
Het opmerkelijkste voertuig dat het bedrijf in zijn bijna 50-jarige bestaan
over de (werk)vloer kreeg, was een reclamewagen van wasmiddelenfa-
brikant De Nederlandsche Persil Mij. N.V.: een Fordson-motorwagen met
een speciaal gebouwde aanhanger, beide met ‘Wonderwagen’ aange-
duid. Op de motorwagen was een groot pak Persil gemonteerd waaruit
zeepbellen werden geblazen. De aanhanger was uitgerust met een
lichtinstallatie die voor sprookjesachtige lichttaferelen zorgde. De
‘Wonderwagens’ reden als reclameobject door heel Nederland, samen
met een identieke combinatie, die door een ander bedrijf in de reclame
was gezet. In ‘Rijdende Reclame’ wordt ruim aandacht besteed aan de
‘Wonderwagens van Persil’, die als bouwplaat beschikbaar werden
gesteld aan de kinderen in Nederland, uiteraard na aankoop van enkele
Persil-producten door hun ouders.
6
4
64-65-66-67_sentimenteelmaterieel.indd 66 13-02-19 14:13