Pagina 74 van: TTM.nl nr. 1 2021

DE COMEBACK
VAN TIR
Tijdens de Brexit-perikelen dook in de media tot mijn verwondering een oude
bekende op: het TIR-carnet. In de tijd dat Europa nog vol stond met slagbo-
men en grensposten kon je met zo’n blauwwit TIR-bord op je radiator overal
lekker doortuffen om dan in het land van bestemming rustig uit te klaren.
Het systeem draaide op forse borgsommen, die moesten worden gestort op
rekening van de uitgevende instantie, de IRU te Geneve. Dat die uitgerekend
in ’s werelds meest wegtransportvijandige land was gevestigd en dan ook nog
in het Franstalige deel maakte niet uit, want het TIR-systeem werkte gewoon
goed. Het heeft bijgedragen aan de economische opbloei van Europa.
Toen de EU vastere vormen aannam en steeds verder groeide, daalde het
gebruik van het TIR-carnet fors. Dat bedreigde ook het bestaansrecht van de
IRU. De toenmalige bestuurders besloten daarop het accent te verschuiven
naar belangenbehartiging van het wegvervoer in de breedste zin en dat dan
ook nog op mondiaal niveau. Het solide fi nanciële fundament – mede dankzij
de borgsommen – hielp lekker mee. Binnen de organisatie ontstonden coun-
cils, committees en commissions, er werden resoluties, charters en papers
geproduceerd, er kwamen presidenten en vice-presidenten en een secretary-
general. De jaarlijkse ledenvergadering ging World Congress heten en vond
meestal plaats in exotische oorden. Kortom, het leek allemaal sterk op het
Grote Voorbeeld uit dezelfde stad: de Verenigde Naties.
Dit alles was natuurlijk mijlenver verwijderd van degenen die dat uiteindelijk
fi nancierden, namelijk de Europese wegvervoerders. Die werden destijds
geplaagd door een alles verstikkend vergunningenstelsel, linkse regeringen,
een taaie spoorweglobby en een oliecrisis. De communiqués, resoluties en
congressen van de IRU gingen daar meestal niet over. Voor ons als transport-
journalisten was dit een signaal om de handel en wandel van de organisatie
in die tijd kritisch te volgen. Vooral mijn toenmalige collega Pieter Jellema
was er allergisch voor en klom meteen in de pen als er weer eens een delega-
tie Nederlandse bestuurders afreisde naar een IRU-congres in Rio de Janeiro
of zo. Voor ons als transportjournalisten was er dus genoeg stof voor talloze
kritische artikelen en berichten.
Heeft dat allemaal iets geholpen? Als ik op de website als ‘mission statement’
lees ‘De IRU is leider in het verbinden van gemeenschappen over de hele
wereld met veilige, doelmatige en groene mobiliteit en logistiek’ ben ik bang
van niet. Ook recente jaarvergaderingen in Oman, Beijing en Melbourne
wijzen in die richting. Ik vrees dat we in onze gecompliceerde wereld geen
andere keus hebben dan het bestaan van ngo’s en andere bureaucratie te
aanvaarden als onvermijdelijk. (Opvallend is trouwens wel dat ik nergens bin-
nen de IRU nog personen met een Nederlandse naam kon vinden, terwijl wij
toch een prominente transportnatie zijn.) Wat ten slotte het TIR-carnet
betreft: wellicht lost het een Brexit-probleem op. Zo niet, dan zijn er wel weer
andere bureaucraten die iets bedenken.
P.C. Wieman “
74 | maart 2021 TTM.nl
lookin’ back
“
#TIR
#IRU
#missionstatement
74_lookinback.indd 74 08-03-21 13:17