Pagina 39 van: TTM.nl nr. 3 3019

Wie gaat
dat betalen?
Er zit diesel in zijn bloed’, hoor ik vaak als het gaat over wegvervoer-
ders die leven voor hun passie. Het is niet alleen werk, het is hun
levenswerk. Hoewel ik niet uit een transportfamilie kom, heeft het
transportvirus ook mij besmet sinds ik dit vak ben ingerold, nu bijna
20 jaar geleden. Een van de symptomen daarvan is dat ik alle nieuw-
tjes, persberichten en ontwikkelingen in het transport nauwgezet
volg. En zo viel mijn oog op het bericht, bekendgemaakt via de
voorjaarsnota 2019, dat het budget van ILT substantieel
omhoog gaat. Dit jaar nog 10 miljoen euro extra en
vanaf 2021 15 miljoen euro, structureel en dus ieder
jaar. Dat is zo’n 10 procent van het totale budget van
ILT dat dus binnen afzienbare tijd ter beschikking
wordt gesteld. Daarmee kunnen zo’n honderd handha-
vers, toezichthouders en bijzondere opsporingsambte-
naren worden toegevoegd aan het reeds bestaande
arsenaal. Nu is het beknibbelen op en het uitbreiden
van het budget van ILT niet nieuw. Wie de berichten de
afgelopen jaren heeft gevolgd weet dat dergelijke
berichten van alle tijden zijn. De ene keer gaat er wat
van het budget af en een andere keer komt er wat bij.
Een verhoging van 10 procent van het totale budget is
echter substantieel. Bij een dergelijke verhoging krab ik
me toch altijd even achter de oren. Want waarom
wordt er nu zoveel extra budget vrijgemaakt? Zeker, de verkeersvei-
ligheid en veiligheid in havens en op vliegvelden zijn belangrijk.
Maar dat is altijd zo geweest. Dus waarom nu?
Mijn inschatting is dat deze investering op zijn minst budgetneutraal
zal zijn en de kosten vooral door de Nederlandse (internationale)
vervoerder zullen worden opgebracht. Dat behoeft enige uitleg. Bij
de bekendmaking stond dat het inspecties in staat zal stellen extra
kennis en nieuwe technieken in huis te halen. En daarmee wordt
mijns inziens met name de invoering van de nieuwe tachograaf
bedoeld. Deze technologie stelt inspecteurs in staat om op een
afstand een tachograaf te scannen om te bezien of er een afwijking
kan worden geconstateerd. Dat wil zeggen dat een rijdende vracht-
wagen wordt gescand op onvolkomenheden in de tachograaf. Dat is
revolutionair in de opsporing, omdat voertuigen tot op heden wil-
lekeurig worden aangehouden en gecontroleerd. De nieuwe tech-
niek stelt inspecteurs op voorhand in staat om een ‘pre-scan’ uit te
voeren, comfortabel zittend in hun eigen auto. Voertuigen waarbij
niets afwijkends wordt geconstateerd hebben niets te vrezen, en
voertuigen waar wel een afwijking wordt gezien zullen worden
aangehouden en verder gecontroleerd. Het is juist die preselectie die
naar mijn inschatting de Nederlandse (internationale) vervoerder
hard zal treffen, niet alleen in Nederland. En wel om drie redenen.
Allereerst zal het zo zijn dat de inspecteurs het voertuig controleren
indien uit de preselectie blijkt dat de tachograaf afwijkt. Indien die
controle daartoe aanleiding geeft, kan de vervoerder
op de nominatie staan voor een nadere bedrijfscon-
trole. Dat kan bij een buitenlandse vervoerder niet.
Daar kan alleen een boete voor een eventuele overtre-
ding worden uitgeschreven, maar een bedrijfscontrole
zal niet plaatsvinden.
Ten tweede zal de Nederlandse vervoerder een onher-
roepelijk geworden boete wel moeten betalen. Zeker
na een bedrijfsinspectie kunnen dat forse bedragen
betreffen. De buitenlandse vervoerder niet. Die krijgt
geen bedrijfscontrole. En zoals u weet, heeft de Raad
van State eerder geoordeeld dat een buitenlandse ver-
voerder een in Nederland opgelegde boete niet meer
aan de weg behoeft te voldoen. Die boete zal dus via de
officiële kanalen in het buitenland dienen te worden
geïnd. Hoewel daar Europese wetgeving voor bestaat, is
dat maar lastig en ik vermoed, af en toe, reden om er maar niet aan
te beginnen. Overigens, in ieder ander Europees land dient de buiten-
landse vervoerder nog steeds aan de weg de boete af te tikken.
En tot slot, deze nieuwe technologie wordt Europees ingevoerd. Dat
wil zeggen dat ook in Frankrijk en België deze pre-scans zullen wor-
den uitgevoerd. En ook hier is mijn vermoeden dat de rijke
Nederlandse vervoerder in die landen onevenredig vaak zal worden
aangehouden na de pre-scan en aldus de prijs zal betalen. In alle
nieuwsberichten die ik lees, ontbreekt echter steevast een lobby om
die ongelijkheid (ter plekke betalen) op te heffen. Ik hoor veel lob-
byisten over een gelijk speelveld, gelijke regels voor iedereen. In
andere landen blijven vervoerders gedwongen om boetes ter plekke
te betalen. Behalve in ons land. Daar hoor ik niemand over.
Nederlandse vervoerders, maak uw borst maar nat.
Patrick Bobeck | Advocaat en mediator te Haarlem, gespecialiseerd
in het wegvervoer www.vallenduuk.nl
“
“
recht
TTM.nl juni 2019 | 39
39_bobeckcolumn.indd 39 04-06-19 15:38