Pagina 24 van: TTM.nl nr. 4 2019

24 | augustus 2019 TTM.nl
fleetmanagement
“Niet het laatste woord, maar we luisteren wel naar hen. Zo is er
voor de auto’s op de verre bestemmingen een koffiezetapparaat
en een magnetron aan boord”, zegt Westen. Van een chauffeurs-
tekort heeft Zeeman momenteel weinig last, al kan het altijd een
paar goede chauffeurs plaatsen. “We hebben de laatste tijd spe-
cifiek gewerkt aan de positie van de chauffeur binnen ons bedrijf.
Daar was verbetering mogelijk. Meer transparantie, een positieve
sfeer. Luisteren naar wat chauffeurs willen, ook in de balans werk-
privé, een vierdaagse werkweek bijvoorbeeld. Daarin bewandelen
we nu een nieuwe weg. Zeeman is nu een transporteur waar je
graag voor wilt rijden. Er komen zelfs oud-chauffeurs weer
terug”, aldus Conen.
DUBBELDEKKERS
Naast de trekkervloot beheert Zeeman ook een eigen oplegger-
park. “Groot 83 eenheden, driekwart zijn city-opleggers en de
rest dubbeldeks opleggers van Van Eck en Burgers”, aldus Westen.
Hij vult aan: “Tevens hebben we vier opleggers die we als LZV
hebben uitgerust en die ook als zodanig worden ingezet. De city-
opleggers zetten we in voor de winkeldistributie in korte meer-
daagse ritten en soms lange meerdaagse ritten. De dubbeldeks
opleggers rijden we in lange meerdaagse ritten en de pendelrit-
ten naar Frankrijk en Spanje. We hebben tevens een 3-assige
oplegger rijden (met een starre as) die we vooral in de pendel
inzetten.” In een dubbeldekker kunnen, afhankelijk van het
volume van de goederen, 89 tot 93 rolcontainers, in een LZV kun-
nen er 92. Wil Zeeman dan niet kiezen voor of het één of het
ander? “Nee, want momenteel hebben we beide opties nodig. De
dubbeldekkers kunnen op plaatsen komen waar geen LZV mag
komen. Ik zou graag een uniforme regelgeving en inzet van LZV’s
in heel Europa zien. Stel je voor dat Frankrijk dat zou toestaan,
dan konden we zo door naar Spanje. Maar ook naar andere
modaliteiten kunnen we kijken. Als ik zo’n Cooltrain-project zie,
denk ik ‘kunnen wij niet onze zendingen ook op een trein naar
Barcelona zetten?’”, aldus Conen.
DENKEND AAN ZEEMAN
Het beheren van zo’n vloot aan trekkers en opleggers is geen mis-
selijke klus. Zeeman houdt graag de regie over haar activiteiten,
denkend aan Jan Zeeman, maar het onderhoud van haar wagen-
park hoort daar niet bij. Westen: “Wij besteden in principe al ons
onderhoud uit. Vrijwel alle trekkers en opleggers zitten in een
onderhoudscontract. Zo zijn we verzekerd van de juiste kennis om
ons rijdend materieel goed te kunnen onderhouden. Bovendien
zijn we alleen op die manier verzekerd van een Europese dekking,
mocht er in het buitenland een probleem zijn.” Een prettig idee,
zeker als je voertuigen zo’n 100.000 tot 140.000 km per jaar
maken, zoals bij Zeeman. Alleen voor klein onderhoud heeft
Zeeman een eigen werkplaats in Alphen. “Daar pakken we kleine
zaken aan. Schadeherstel, een lamp die kapot is, slijtage aan
opleggers. In de werkplaats hebben we twee man werken”,
schetst Conen. Voor de banden is er een vast partnerschap met
Euromaster. “Drie keer per jaar is er grote inspectie, maar die
mannen komen hier elke dag wel op het terrein. Bovendien doen
onze chauffeurs altijd zelf hun ronde rond de auto, en ze kunnen
‘We willen de hele supply chain
in eigen hand houden’
22-23-24-25-26-27_zeemanfleetmanagement.indd 24 19-08-19 09:28