Acht toonaangevende Duitse opleggerfabrikanten komen in opstand tegen de Europese CO₂-regelgeving. Zij hebben beroep aangetekend bij het Europees Hof van Justitie tegen Verordening (EU) 2024/1610, die bindende CO₂-reductiedoelstellingen oplegt aan opleggers. Dat vinden de fabrikanten opmerkelijk, omdat trailers zelf geen CO₂ uitstoten. Volgens de fabrikanten brengt de verordening niet alleen de klimaatdoelen, maar ook transportefficiëntie en meer dan 70.000 banen in gevaar.
De regels, die sinds 1 juli 2024 gelden, schrijven een reductie van 10 procent voor bij opleggers en 7,5 procent voor andere trailers. De basis daarvoor is de simulatietool VECTO-Trailer (Vehicle Energy Consumption Calculation Tool). Worden de doelen niet gehaald, dan dreigen vanaf 2030 boetes van € 4.250 per voertuig per gram CO₂-uitstoot per tonkilometer. Dat zou de prijzen van opleggers met tot wel 40 procent opdrijven en veel bedrijven economisch onhaalbaar maken.
Volgens de fabrikanten is de methodiek onrealistisch en technisch ongegrond. Het model beloont theoretische verbeteringen, zoals lagere hoogte of lichter gewicht, zonder rekening te houden met gevolgen in de praktijk. Die maatregelen verminderen vaak het laadvolume en leiden tot meer ritten en dus meer uitstoot. “Een tool die CO₂-besparingen simuleert terwijl er in werkelijkheid meer vrachtwagens op de weg zijn, druist in tegen de klimaatdoelstellingen. We hebben reële efficiëntiewinsten in het hele systeem nodig, geen gesimuleerde pseudo-oplossingen,” stelt Gero Schulze Isfort, woordvoerder van de groep.

De acht fabrikanten – Fliegl, Kögel, Krone, Langendorf, Schmitz Cargobull, Schwarzmüller, System Trailers en Wecon – vertegenwoordigen meer dan 80 procent van de Duitse en 70 procent van de Europese markt. Het gaat grotendeels om middelgrote bedrijven die de lasten van de regelgeving niet kunnen opvangen. Voor hen vormt de verordening een acute bedreiging voor het voortbestaan.
De fabrikanten eisen daarom: afschaffing van VECTO-Trailer, een moratorium op boetes zolang de doelen technisch niet haalbaar zijn, en een correctiefactor waarmee nulemissietrekkers worden meegerekend.
Ook brancheorganisatie VDA deelt de zorgen en spreekt van “existentieel gevaar” voor de Europese opleggerindustrie als de regels ongewijzigd doorgaan. Hoewel de bedrijven het klimaatakkoord van Parijs onderschrijven, benadrukken zij dat klimaatbescherming alleen kans van slagen heeft als die economisch haalbaar en technisch uitvoerbaar is.
