Tijdens de jaarvergadering van de Duitse brancheorganisatie BGL werd gemeld dat de inzet van LZV’s gunstig is voor het spoorvervoer. Verder eist BGL meer controle op buitenlanders en met name op oost Europese vervoerders.
“Men vergeet dat het spoor vooral zware zendingen vervoert” , aldus BGL. “Zo ligt het gemiddelde transportgewicht op 23,2 ton per zending. Het GVW voor een standaard vrachtwagencombinatie van 40 ton geldt ook voor de lange combinaties. Deze combinaties kunnen dus alleen lichte volumegoederen vervoeren. Omdat twee LZV’s drie standaard combinaties vervangen wordt het voor- en natransport van intermodaal vervoer via het spoor nu ook voor deze lichtere goederen attractiever. Voor intermodaal vervoer wordt overigens de LZV wat betreft het GVW gelijk gesteld met de conventionele combinaties, namelijk 44 ton.” BGL meldde verder dat tijdens de Duitse LZV praktijktest een CO2-besparingspotentieel van 20 – 30 procent wordt gerealiseerd. Men wel dat er op het gebied van aerodynamica nog een groot besparingspotentieel is “maar dan moet Brussel opnieuw naar de maximaal toelaatbare voertuiglengte en -hoogte kijken”. Het moet volgens BGL dan echter niet de bedoeling worden om het te transporteren volume hiermee te vergroten.
Scherpere controles
BGL dringt verder aan op scherpere wegcontroles. “Cabotage en vooral de controle hierop zijn een zorg”, aldus de nieuwe BGL-president Adalbert Wandt. BGL roept de overheid op strenger te controleren of fraude met tachografen door buitenlandse transporteurs. Volgens de BGL worden niet-Duitse vervoerders nauwelijks gecontroleerd, terwijl zij inmiddels 40 procent van de Mautkilometers in Duistland voor hun rekening nemen. Duitsland zou een voorbeeld moeten nemen aan België, waar de controles voor 70 procent op buitenlandse vrachtwagens zijn gericht.
Bron: BGL
