RECHT: Homecoming

RECHT: Homecoming featured image

In deze column had ik u graag verteld dat het Europese Hof van Justitie het advies van advocaat-generaal Giovanni Pitruzzella was gevolgd en de terugkeerplicht voor voertuigen definitief van het toneel zou verdwijnen. En hoewel de uitspraak al in maart 2024 gepland stond, is het nog steeds muisstil in Luxemburg.

door Kevin Vierhout, ITL Attorneys

Gelukkig valt er genoeg te vertellen over die andere terugkeerplicht. Of beter gezegd, de organisatieplicht voor de werkgever om hun chauffeurs in staat te stellen iedere vier weken terug naar huis te laten keren.

In mijn vorige column schreef ik al over de onmogelijkheid om tijdens een weginspectie te controleren of een werkgever aan deze organisatieplicht heeft voldaan. Immers, uit TRACE2 viel redelijk ondubbelzinnig op te maken dat een inspecteur toch echt op het bedrijf zelf moet zijn om te controleren of de werkgever aan zijn organisatieplicht heeft voldaan. Daar dienen tenslotte de documenten die dit aantonen te liggen. Bovendien richt de bepaling zich tot de werkgever en niet tot de chauffeur. Daarmee zou een wegcontrole volstrekt illusoir zijn.

Of de handhavingsrichtlijnen uit TRACE2 in de praktijk daadwerkelijk tot gevolg gaan hebben dat er geen controles meer gaan plaatsvinden? De ervaring leert dat de meer zuidelijk gelegen handhavingsinstanties wat weerbarstiger zijn in het volgen van de Europese handhavingsregels en er meer hun eigen interpretatie op nahouden. Daarom blijft mijn advies om er als transportonderneming ook op voorbereid te zijn om tijdens wegcontroles aan te kunnen tonen dat aan de organisatieplicht is voldaan. Een aantal handvatten.

De werkgever dient het werk zodanig te organiseren dat de chauffeur in staat wordt gesteld om in iedere periode van vier opeenvolgende weken (of drie bij twee opeenvolgende verkorte wekelijkse rusttijden) terug te keren naar zijn woonplaats of naar de exploitatievestiging van zijn werkgever. Het moet dan wel gaan om de exploitatievestiging waar de chauffeur normaal gesproken gestationeerd is. Dat zal doorgaans de hoofdvestiging van de onderneming zijn. Pas zodra de chauffeur de exploitatievestiging of zijn woonplaats heeft bereikt begint de wekelijkse rust van minimaal 45 uur. Van belang is dus dat de chauffeur op tijd is teruggekeerd om zijn wekelijkse rustperiode aan te vangen. Reistijd om terug naar huis of naar de exploitatievestiging van de werkgever terug te keren is arbeidstijd die nog niet wordt gezien als aanvang van de wekelijkse rusttijd.

Waar tevens rekening mee moet worden gehouden is, dat als sprake is geweest van twee verkorte wekelijkse rusttijden, de compensatie van deze uren dient plaats te vinden vóór aanvang van de normale wekelijkse rust die uiterlijk dient te beginnen na 6 maal 24 uur. Dat betekent dat in dit geval de chauffeur in die derde week ongeveer 3-4 dagen heeft om te werken. Wat dat betreft zijn schema’s waarbij de chauffeur nooit twee verkorte wekelijkse rustperiodes achter elkaar heeft meer aan te bevelen.

Als de werkgever eenmaal aan zijn organisatieplicht heeft voldaan, dan is het vervolgens aan de chauffeurs om hier gebruik van te maken, of hier desgewenst van af te zien. Dat laatste dient dan wel goed gemotiveerd en vastgelegd te worden. Een standaard briefje volstaat niet, zo is uit de praktijk gebleken. Het wordt ook als is in strijd met ‘de gedachte van het mobiliteitspakket’ geacht als chauffeurs regelmatig afzien van dit aanbod en niet naar huis gaan en weken achter elkaar bij hun voertuig blijven. Mogelijk wordt dat zelfs gezien als sociale dumping hetgeen aanzienlijk risico’s met zich mee kan brengen. In de praktijk zien we zelfs dat controlerende instanties, en dan met name die in Frankrijk, de organisatieplicht van de werkgever zien als een terugkeerplicht van de chauffeur. Oftewel, als een chauffeur niet daadwerkelijk terug naar huis gaat, dan wordt dat gezien als een vermoeden van het niet voldoen aan de organisatieplicht en wordt vaak een boete opgelegd.

Kortom, om geen enkel risico te lopen dienen de chauffeurs na vier weken arbeid terug naar huis te keren. Dit dient ook zichtbaar te zijn op de tachograaf waarin voldoende rust is opgetekend en bij voorkeur heeft de chauffeur ook bewijs bij zich dat hij daadwerkelijk terug naar huis is gekeerd (vliegticket, busticket o.i.d.). Dit is alleen wel meer dan de Verordening voorschrijft, maar het is helaas wel de dagelijkse praktijk.

In het geval de chauffeur er dan toch voor kiest om niet terug te keren, zorg er dan voor dat de basis goed is. Dat de chauffeur in beginsel werkt volgens een schema van 4 weken werken en 1 week thuis. Neem dat op in de arbeidsovereenkomst (of een eventuele aanvulling daarop). Zorg voor een terugkeerbeleid. Leg vast welke mogelijkheden de chauffeurs hebben om terug te keren en hoe de procedures werken. Hierin moet ook worden opgenomen dat de werkgever deze terugkeer organiseert en vergoedt. Houd in de planning ook rekening met de terugkeer mogelijkheid. En als de chauffeur dan afziet van zijn recht om terug te keren, zorg dan dat dit goed wordt gedocumenteerd en vastgelegd.

Het is allemaal geen vrijbrief en mogelijk ook niet volledig. Maar de kans op gedoe langs de kant van de weg wordt wel aanzienlijk beperkt.

Kevin Vierhout – ITL Attorneys – www.itla.eu

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Zorg dat je niets mist. Abonneer je nu op TTM.nl. Abonneer