De EU-ministers van Transport hebben hun positie bepaald over het zogeheten ‘roadworthiness package’, de brede update van Europese regels voor periodieke voertuigkeuringen, technische weginspecties en registratie van voertuigdata. Met het akkoord kan de Raad beginnen aan onderhandelingen met het Europees Parlement.
De modernisering moet vooral zorgen voor meer uniformiteit, betere datadeling en een actualisatie van testmethoden. Zo worden nieuwe meetmethoden voor NOx en deeltjesaantallen voorbereid, al erkent de Raad dat deze nog niet overal beschikbaar zijn. Ook komt er ruimte voor meer digitale uitwisseling van voertuigstatus en -identificatie, wat grensoverschrijdende handhaving moet vereenvoudigen.
Belangrijk is dat de Raad geen uitbreiding van de keuringsfrequentie doorvoert: de voorgestelde overstap naar jaarlijkse keuringen voor oudere voertuigen gaat van tafel. Ook blijven motorfietsen buiten de keuringsplicht en komt er geen hogere emissietestfrequentie voor bestelwagens. Wel worden lichte bedrijfsauto’s toegevoegd aan het systeem voor technische weginspecties, dat nu vooral op voertuigen boven 3,5 ton gericht is.

Nieuw is de mogelijkheid om in een andere lidstaat een tijdelijke keuringsverklaring te krijgen, goed voor zes maanden extra geldigheid. Dit moet chauffeurs meer flexibiliteit bieden bij grensoverschrijdende inzet.
Brancheorganisatie IRU spreekt van een “pragmatische balans”, maar ziet ook tekortkomingen, onder meer rond classificatie van elektrische N1-voertuigen, procedures voor herstel na afkeur en ontbrekende richtlijnen voor accugezondheid bij EV’s.
Met de raadspositie ligt de bal nu bij het Europees Parlement, dat later dit jaar zijn standpunt bepaalt. Daarna kunnen de formele onderhandelingen over het definitieve pakket beginnen.

