Sinds een half jaar beschikt Rhenus Road in Venlo over een splinternieuwe hub inclusief warehouse en laadplein. Het pand bestaat uit een crossdockhal van 12.000 vierkante meter met 70 docks. Het warehouse met 20 docks biedt op termijn ruimte aan 28.000 europallets. Het laadplein is bijzonder, want Rhenus Road heeft zelf geen eigen trucks, maar biedt de laadmogelijkheid voor transportpartners. Tijdens de officiële opening van het pand laat sitemanager Katja Goetzinger merken blij te zijn met het nieuwe pand. “Nu we alles onder één dak hebben, kunnen we onze mensen veel efficiënter inzetten.”
De nieuwe locatie is onderdeel van het groepagenetwerk van Rhenus Road. Zendingen die in Nederland zijn opgehaald, worden in de crossdockhal van 12.000 vierkante meter geconsolideerd voor transport naar het buitenland. Omgekeerd komen zendingen uit heel Europa naar Venlo om vervolgens gedistribueerd te worden naar eindbestemmingen in Nederland. “We doen hier gemiddeld duizend zendingen per dag”, vertelt sitemanager Katja Goetzinger. “Daarnaast hebben we elke dag een aantal charters. Dat betreft zendingen die niet via het crossdock lopen, maar direct van A naar B gaan.”
De nieuwbouw is deels ingegeven door de herinrichting van het groepagenetwerk, wat leidde tot stijgende volumes. Sinds begin vorig jaar is Venlo namelijk de enige hub waar zendingen het land binnenkomen en verlaten. “Dat geldt dus ook voor de zendingen uit Oldenzaal en Hillegom, de twee andere hubs in Nederland. Voorheen hadden deze twee hubs hun eigen linehauls naar het buitenland, maar nu lopen die bijna allemaal via Venlo. Door deze stromen te combineren stijgt de beladingsgraad en kunnen we nu dagelijks vertrekken naar bijna alle landen in Europa”, legt Goetzinger uit.
Uit de jaren vijftig
In de zomer van 2023 startte de bouw van het pand op Trade Port West, dat een jaar later werd opgeleverd. Sinds oktober 2024 heeft Rhenus het pand in gebruik. “Afgezien van de groeiende volumes was de oude locatie ook niet meer de beste”, zegt Goetzinger met gevoel voor understatement. Zij krijgt bijval van Christian Fricke, in Nederland verantwoordelijk voor business development “We zaten nog altijd in een pand uit de jaren vijftig op de grens met Duitsland, dat echt niet meer van deze tijd was. Het pand was ook veel te klein, waardoor we de crossdock-operatie over twee vestigingen moesten verdelen: een voor de zendingen het land in en een voor de zendingen het land uit. Dat was allesbehalve efficiënt.”
De nieuwe hub is niet alleen groter en efficiënter, maar voldoet ook aan de hoogste eisen op het gebied van duurzaamheid (BREEAM Excellent) en gezondheid en welzijn voor medewerkers (WELL). “We zitten nu in een nieuw pand met moderne uitstraling. Dat maakt een groot verschil”, verklaart Goetzinger. “Vergeet niet dat we gevestigd zijn in een logistieke hotspot met grote concurrentie op de arbeidsmarkt. Op de oude locatie hadden we de arbeidsmarkt niets te bieden. Met name de nieuwe generatie haakte daardoor vroegtijdig af.”
Eigen laadplein
Rhenus Road heeft geen eigen transportvloot – laat staan elektrische voertuigen – maar heeft in Venlo wel een nieuw laadplein geopend. “Wij proberen onze transportpartners richting elektrificatie te bewegen. Met dit laadplein hebben wij nu de eerste stap gezet”, vertelt Maikel van Haagen, die hoopt dat de kip-en-eidiscussie hiermee is doorbroken. “We begrijpen dat de stap naar elektrificatie lastig is, mede vanwege de hoge aanschafprijs van elektrische trucks. Niettemin zijn we met een aantal transportpartners hierover in gesprek.”
Een van die partners is een Duitse transporteur die over eigen laadinfastructuur beschikt. Samen met die partner onderzoekt Rhenus de mogelijkheid om elektrische trucks te laten rijden op het traject tussen Duisburg en Venlo. Daarnaast bestudeert Rhenus de mogelijkheid om het private laadplein te delen met andere bedrijven. “Als we met een lege batterij in Rotterdam staan, kunnen we die misschien opladen bij een bedrijf daar in de buurt. Met de afspraak dat dat bedrijf zijn trucks op dit laadplein hier in Venlo kan opladen”, vertelt Michael van Ooijen, de voormalige directeur van Rhenus Road die nauw betrokken was bij de totstandkoming van het laadplein.
Anderhalf uur
Het laadplein biedt ruimte aan vijftien laadpalen, waarvan er nu zes zijn geïnstalleerd. Het maximale laadvermogen van deze zes palen bedraagt momenteel 600 kW. “Als er maar één truck aan de lader staat, kunnen we het laadvermogen van die paal opvoeren tot 400 kW. Daarmee kunnen we de Mercedes eActros die nu aan de laadpaal staat binnen anderhalf uur opladen”, wijst Van Haagen op de demotruck die speciaal voor de opening van het laadplein is neergezet.
In de toekomst wordt het laadvermogen ongetwijfeld uitgebreid. “De ontwikkeling gaat heel snel”, weet Van Haagen. “Er wordt nu al gesproken in termen van megawatts in plaats van kilowatts. Daar zijn nu nog geen geschikte laders voor, maar als het moet kunnen we die hier ook installeren. Op dit moment beschikken we over de meest flexibele oplossing die we kunnen bedenken, waardoor we snel kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen.”
Laden aan het dock
Tijdens de openingshandeling grapte Van Ooijen dat Rhenus nu beschikt over laadinfrastructuur voor zowel vrachtauto’s, personenauto’s en fietsen. “Inderdaad hebben we ook laadpalen voor de elektrische auto’s van medewerkers en bezoekers. En stopcontacten voor elektrische fietsen”, lacht Van Haagen. “Naast het laadplein hebben we ook al rekening gehouden met de wens om vrachtauto’s te laden aan het dock. De daarvoor benodigde infrastructuur ligt er al.”
De beschikbaarheid van energie is geen probleem, ondanks de congestie op het elektriciteitsnet in Nederland. “In aanloop naar de nieuwbouw hebben we in een vroeg stadium al om een grote netaansluiting gevraagd. Die hebben we tot onze verbazing inderdaad gekregen, maar we hebben wel moeite moeten doen om die te behouden. Nu is die netaansluiting te groot voor dit pand, maar in die toekomst hebben we die hard nodig”, stelt Van Haagen.
27 energiemeters
Het merendeel van de benodigde stroom komt van de 1490 zonnepanelen die op het dak van het nieuwe pand liggen. Dat dak biedt ruimte voor nog veel meer panelen, maar die heeft Rhenus op dit moment niet nodig. Ook niet omdat de overtollige stroom niet kan worden teruggeleverd. “Soms moeten we een deel van de panelen uitschakelen, omdat ze meer energie opwekken dan we nodig hebben. Daarom zijn we aan het onderzoeken of we een batterij kunnen neerzetten om de extra energie op te slaan voor later gebruik”, legt Van Haagen uit.
Om de zelf opgewekte energie maximaal te kunnen gebruiken, heeft Rhenus in het pand 27 energiemeters laten plaatsen. Daarmee kan nauwkeurig worden gemeten welke activiteiten op welk moment hoeveel stroom gebruiken. “Zo kunnen we exact zien hoeveel stroom naar het laadplein, naar de elektrische heftrucks en naar de verlichting in het warehouse en de crossdock-hal gaat. Wij willen nu beginnen met het opzetten van een energiemanagementsysteem, waarmee we het stroomverbruik kunnen sturen”, zegt Van Haagen. “Als transportbedrijf moet je tegenwoordig ook energiemanager zijn. Zeker als we via ons laadplein energie gaan leveren aan vervoerders.”
Eigen warehouse
Een ander verschil met de vorige hub is het aansluitende warehouse van 17.500 vierkante meter. In drie fases wordt deze hal voorzien van palletstellingen met 28.000 palletlocaties. In de eerste fase is ongeveer een derde daarvan gerealiseerd. Eind dit jaar moet de tweede fase zijn afgerond en staat de hal voor driekwart vol met palletstellingen. Daarnaast bevindt zich boven de docks van het warehouse over een mezzanine van 3000 vierkante meter. Met een klant voert Rhenus gesprekken over de inzet daarvan voor activiteiten op het gebied van picking en packing. “Met dit warehouse mikken we vooral op bedrijven die ook hun transport bij ons hebben ondergebracht. Vanuit het warehouse gaan hun zendingen direct ons groepagenetwerk in zonder dat we ze eerst hoeven op te halen”, legt Goetzinger uit.
Rhenus Road beschikte al over een eigen warehouse in Venlo, maar dat was een gehuurd pand op nog weer een andere locatie. “Nu we alles onder één dak hebben, kunnen we onze mensen veel efficiënter inzetten. Voorheen waren ze continu op pad van de ene naar de andere locatie”, weet Goetzinger. “Het nieuwe warehouse is niet alleen groter, maar ook een stuk hoger. En pas als je met opslag de hoogte in gaat, valt daar iets mee te verdienen”, vult Fricke aan.
Sturen op luchtkwaliteit
De nieuwe vestiging in Venlo is voorzien van alle moderne gemakken. Overal hangen camera’s die niet alleen het pand, maar ook de operatie bewaken. Als klanten een zending met beschadigde goederen ontvangen, kan Rhenus op de beelden terugzien in welke staat de betreffende zending is geladen. Dat voorkomt vervelende discussies. “Daarnaast hebben we in de crossdock-hal vier ADR-kluizen met opslagruimte voor 10.000 kilogram per kluis staan. Als een zending gevaarlijke stoffen om wat voor reden dan ook langer dan 24 uur blijft staan, kunnen we ze conform de voorschriften veilig opslaan”, vertelt Maikel van Haagen, die binnen Rhenus verantwoordelijk is voor kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid.
Vanwege de gezondheid en het welzijn van de medewerkers wordt regelmatigde luchtkwaliteit gemeten. “In het kantoor hangen meters die voortdurend de hoeveelheid fijnstof, zuurstof, CO2 en nog vijf andere bestanddelen van de lucht registeren. Daardoor kunnen we sturen op luchtkwaliteit”, legt Van Haagen uit. “Om de lucht schoon te houden, staan de printers bijvoorbeeld in een afgesloten ruimte. En als ’s nachts de ventilatie uitstaat, zien we op kantoor het aandeel fijnstof oplopen. Daarom hebben we besloten om de ventilatie ’s ochtends eerder aan te zetten, zodat het kantoorpersoneel de dag kan beginnen met schone lucht.”
