Nederlandse, Duitse, Franse en Scandinavische transportorganisaties zijn blij dat er geen verplichte aankoopvereisten voor zero-emissievrachtwagens zijn opgenomen in nieuwe EU-wetgeving, maar om vergroening van de vloot te bespoedigen is er wel aandacht nodig voor randvoorwaarden.
Europese transportorganisaties, waaronder TLN, reageren positief op het Automotive Package dat de Europese Commissie op 16 december presenteerde. In het pakket zijn vrachtwagens uitgezonderd van verplichte aankoopquota voor zero-emissievoertuigen binnen het voorstel Clean Corporate Fleets. Daarmee is gehoor gegeven aan de brede zorgen uit de sector, die eerder via een gezamenlijke Europese campagne aandacht vroeg voor de praktische haalbaarheid van dergelijke verplichtingen.
Volgens TLN is het ontbreken van aankoopverplichtingen echter geen eindpunt. De organisatie benadrukt dat de vergroening van het wegvervoer alleen kan versnellen als de juiste randvoorwaarden worden ingevuld. Daarbij wijst TLN op de beperkte netcapaciteit voor depotladen, het gebrek aan publieke laadinfrastructuur langs belangrijke goederencorridors en het uitblijven van megachargers. Ook hoge energieprijzen en een nog onvoldoende overtuigende total cost of ownership (TCO) remmen de inzet van batterij-elektrische vrachtwagens.
TLN roept de Europese Commissie en lidstaten op om beleid en investeringen hierop te richten. Concreet pleit de organisatie voor een snellere uitrol van laadinfra die aansluit bij de operationele praktijk, het voorkomen van verlies aan laadvermogen door zware batterijen en een samenhangend financieel kader. Opbrengsten uit instrumenten als ETS-2 en de Eurovignetrichtlijn zouden daarbij moeten terugvloeien naar verduurzaming van het wegvervoer. Daarnaast vraagt TLN om EU-subsidies om de TCO te verbeteren, monitoring van elektriciteitsprijzen en meer technologieneutraliteit, inclusief ruimte voor waterstof.
