Het 128 jaar oude transportbedrijf SNEL Shared Logistics heeft de afgelopen decennium een fikse transformatie ondergaan. Van internationaal transport tot Benelux-distributie, van familiebedrijf tot management buy-out en, het meest recent, van G.SNEL naar SNEL Shared Logistics. Een gesprek met directeur Peter de Vries over waarom delen winst is. [INHOUD | INDEX TTMnl2017_4_22]
SNEL heeft een rijke historie. Het bedrijf begon ooit met trekschuiten, deed alle af- en aanvoer van een groot klooster in Hekendorp en werd groot in melkvervoer en RMO. Het reed internationaal tot het twaalf jaar geleden noodzakelijk was een ommekeer te maken.
Wat hield die ommekeer in?
“Er moesten keuzes worden gemaakt. De markt voor internationaal transport liep sterk terug. Zo sterk zelfs dat zonder ingrijpen het voortbestaan van het bedrijf in gevaar zou komen. Toen is de ommezwaai naar Benelux-distributie gemaakt. In de afgelopen vijf jaar is SNEL helemaal omgezet naar fijndistributie in de Benelux.”
Was dat ook de aanleiding naar de naamswijziging? Jullie heten niet meer G.SNEL.
“De naam G.SNEL hoorde echt bij het internationale transport. Ook roept het een beetje het idee op van het papa-en-mamabedrijf. Ik wil me zeker niet afzetten tegen de historie van dit bedrijf, we voelen ons ook nog steeds familiebedrijf, maar willen niet meer dat imago. Een professioneel imago past bij wat we doen, een nieuwe naam dus ook.”
Werken er überhaupt nog familieleden van SNEL in het bedrijf?
“Nee, allang niet meer. In de jaren negentig kochten Engelse transportbedrijven veel Nederlandse transportbedrijven op. Ook G.SNEL kwam in Britse handen. Toen verdween de familie uit beeld. Zes jaar geleden kwam het bedrijf via een management buy-out in handen van het management. Een lid van de familie SNEL is overigens in België SNEL Logistics Solutions begonnen. Daar werken we wel mee samen.”
En waar staat ‘shared’ voor in de naam? Wat delen jullie allemaal?
“Het delen is helemaal ingebed in het huidige SNEL Shared Logistics. Het management bestaat uit ervaren managers in de levensmiddelenlogistiek. Die ervaring zetten we nu om naar non-food. We rijden distributie naar tuincentra, maar doen ook doe-het-zelfzaken en algemene retail als de Bijenkorf en de ANWB. Allemaal groupage, weinig FTL. Met opdrachtgevers als deze, maar ook met relaties die geen klant zijn, delen we onze logistieke kennis. We maken bij SNEL logistiek rendabel. Dat betekent niet alleen maar meer van hetzelfde doen, maar ook slimme dingen doen. We delen ons warehouse, ons distributienetwerk en dus ook onze kennis. Alle inzichten en innovaties die we daarbij opdoen, delen we graag. Met onze eigen partners, of met partners die we nog niet hadden maar die we graag willen binnenhalen. Delen is winst, is onze visie. Wij zijn een echt netwerkbedrijf. Sharen zit in ons DNA.”
Een netwerkbedrijf? Hoe zit dat er dan concreet uit?
“Een voorbeeld? We weten dat er in het levensmiddelenvervoer veel leeg wordt gereden. Veel van die transporteurs rijden dedicated, dus naar het dc of de winkel en leeg weer terug. Toen hebben we een chauffeur (met rugklachten) van ons eens een dagje laten posten bij het dc van Jumbo hier in Woerden. Die kwam terug met namen van transporteurs die leeg wegreden. Die hebben we opgebeld, gevraagd of ze geïnteresseerd waren bij ons aan het dock weer een FTL-vracht mee te nemen. En dat was zo. Kijk, bij SNEL zijn er veel distributievrachten met veel drops die chauffeurservaring vragen en vaak een hele werkdag in beslag nemen. Tegelijk gaan er bij ons vanuit Woerden ook veel full truck loads het land in. Eenvoudiger werk en relatief makkelijk om uit te besteden. Die bieden we dus nu aan collega’s aan. Deze Jumbo-rijders kunnen nu zonder risico-kilometers een paar honderd meter verderop weer laden voor een vracht die hun past. Het zijn maar een paar vrachten per dag en wie het eerst komt is het eerst aan de beurt, maar het verhoogt toch weer de efficiency. Het initiatief is goed en positief opgepakt, maar je merkt dat het al weer snel minder wordt. We moeten deze collega’s eraan blijven herinneren dat we die mogelijkheid hebben.”
Daarmee zijn jullie wel hip. Laadruimte sharen is helemaal in.
“Maar nieuw is het niet natuurlijk. Vijftien jaar geleden heb ik al eens bij een overleg gezeten, geïnitieerd door TLN, dat FoodNet heette. Twaalf levensmiddelenvervoerders zaten er in. Dat overleg hebben we nu net weer nieuw leven in geblazen. FoodNet 2 heet het. De samenstelling van de groep is wel veranderd. Alleen wij en de directie van Portena zitten er nog in.”
Hoe gaat het met het bedrijf, gezien de nieuwe strategie?
“Uitstekend. Dit voorjaar zijn we al met 21 procent in volume gegroeid. We hebben nu 325 man personeel, 340 trekkende en getrokken eenheden. Het aantal LZV’s groeit maar door. We zetten echter in op maximale draai-uren van het wagenpark. Dubbele inzet dus, 24 uur per dag. Dat vraagt wat aanpassing van de klanten soms. Die moeten zorgen dat wij ’s nachts kunnen beleveren. Chauffeurs? Die zijn voor de nacht goed te vinden. Dat past juist vaak beter bij een gezinsleven dan een baan in de distributie overdag of internationaal werk. Het is best mooi werken in de nacht. Je zou hier het crossdock eens moeten zien ’s nachts. Een en al bedrijvigheid, 6.000 pallets die in en uit worden gecrossdockt voor distributie de volgende dag.”
Laadruimte sharen, hoe doe je dat administratief, planningmatig? Eigen planning, of gebruik je een uitwisselingsplatform?
“SNEL werkt met een eigen planning met ondersteuning van volautomatische ritplanningssoftware van Ortec. Plannen is bij ons niet eenvoudig. Alle auto’s moeten zo gepland worden dat ze in de loop van of aan het einde van de dag weer zendingen ophalen in de Benelux. Daarnaast zijn er steeds meer restricties qua tijden en afmetingen of gewichten. We werken met ons eigen gesloten netwerk en we hebben geen overladingen bij collega-vervoerders. Onze opdrachtgevers kiezen juist voor deze gesloten oplossingen waarmee er minimale schades en vermissingen zijn.”
Nacht of niet, in stadscentra blijft het lastig leveren. Hoe gaan jullie daarmee om?
“We zijn ons ervan bewust dat de bereikbaarheid van binnensteden steeds moelijker wordt in de komende jaren. Onze verwachting is dat veel grote steden in de Randstad over tien jaar de restricties hebben opgevoerd tot alleen nog elektrisch vervoer in de centra van de steden. SNEL ligt in Woerden op korte afstand van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, en is daarmee een ideaal droppoint voor binnenstedelijk vervoer. Met deze ontwikkelingen is SNEL nu al actief bezig.”
O ja? Vertel eens!
“SNEL Shared Logistics wil aan het eind van dit jaar met een of meerdere elektrische trucks gaan opereren in ieder geval Amsterdam. Het idee is om dan gebruik te maken van hubs aan de rand van de stad, of misschien zelfs wel in Woerden. Maar hoe we het precies gaan vormgeven is nog niet bekend. Zo zijn we ons nog aan het oriënteren op de meest geschikte elektrische trekker.”
#netwerkbedrijf
#foodnet2
#shared
TEKST: ARJAN VELTHOVEN | FOTO’S: KOOS GROENEWOLD
