IRU vraagt om opheldering over Mobiliteitspakket na uitspraak Europees Hof

IRU vraagt om opheldering over Mobiliteitspakket na uitspraak Europees Hof featured image

De Internationale Wegvervoersunie (IRU) heeft de Europese Commissie verzocht om formele verduidelijking van de praktische gevolgen van de recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over enkele omstreden bepalingen in Mobiliteitspakket 1.

Op 4 oktober 2024 publiceerde het Hof zijn beslissing over diverse bepalingen van Mobiliteitspakket 1 – met betrekking tot de detachering van chauffeurs, rij- en rusttijden, en markttoegang – die door lidstaten waren aangevochten. Het Hof vernietigde de regel dat voertuigen verplicht terug naar het land van vestiging moeten keren, maar bevestigde de geldigheid van alle andere betwiste bepalingen.

Nu heerst er binnen de Europese wegtransportsector onzekerheid over de directe gevolgen van deze uitspraak. Met name is er onder belanghebbenden onduidelijkheid over wat dit nu concreet betekent voor hun bedrijfsvoering. Daarnaast willen vervoersbedrijven graag weten hoe de uitspraak de boetes beïnvloedt die vóór de uitspraak zijn opgelegd.

De IRU heeft een brief gestuurd naar de Europese Commissie met het verzoek om formele antwoorden over de praktische implicaties van de uitspraak.

Raluca Marian, IRU

Raluca Marian, directeur EU Advocacy bij de IRU, lichtte toe: “Hoewel het Hof van Justitie duidelijk heeft gesteld dat de verplichting voor vervoersbedrijven om voertuigen elke acht weken terug naar het thuisland te brengen ongeldig is, krijgen we vaak de vraag: ‘Kan ik nog steeds een boete krijgen als ik mijn voertuig niet terugbreng?’”

“Voor ons moge het duidelijk zijn dat de uitspraak van het Hof onmiddellijke gevolgen heeft, maar de honderden en duizenden kleine bedrijven die transport binnen de EU verzorgen, zijn niet altijd bekend met de complexe juridische systemen van het EU-Hof. De sector kijkt nu naar de Commissie voor een officiële bevestiging. Op dit moment vermeldt de website van de Commissie over markttoegangsregels de uitspraak van het Hof niet eens en wordt nog steeds uitgelegd hoe voertuigen terug naar huis moeten.”

Naast de kwestie van de voertuigterugkeer heeft de IRU ook om opheldering gevraagd over hoe de uitspraak van het Hof de interpretatie en praktische handhaving beïnvloedt van twee andere specifieke gebieden waarover de Europese Commissie al eerder verduidelijking heeft gegeven: de terugkeer van de chauffeur en de gemeenschappelijke interpretatie van de situaties waarin een chauffeur wel of niet als gedetacheerd wordt beschouwd.

“De IRU voorziet een tweestapsbenadering, met als eerste een zeer urgente verduidelijking van de bepalingen rondom de voertuigterugkeer en daarna een grondigere analyse van de redenering van het Hof over andere aspecten”, aldus Marian.

De uitspraak van het Hof vormt een belangrijke stap in de interpretatie en verduidelijking van de regels in Mobiliteitspakket 1. De IRU blijft zich naar eigen zeggen inzetten voor een consistente toepassing van de regels en een gestroomlijnde handhaving, in samenwerking met de Europese Commissie, de Europese Arbeidsautoriteit, de lidstaten en handhavingsorganisaties.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Zorg dat je niets mist. Abonneer je nu op TTM.nl. Abonneer