De werkgevers in de transportsector hebben vrijdag doelbewust het pensioenoverleg vast laten lopen. Dat melden FNV en CNV. De werkgevers deden een eindbod waarbij de eis op tafel werd gelegd dat de premies voor pensioen nooit meer worden verhoogd. Alleen onder die voorwaarde wilden de werkgevers in het beroepsgoederenvervoer praten over een aanpassing van de pensioenregeling.
Huub van den Dungen, bestuurder FNV Bondgenoten: “Om de problemen van het sectorpensioenfonds het hoofd te kunnen bieden, moet de premie omhoog en het opbouwpercentage omlaag. Wij stellen dat werkgevers en werknemers die last eerlijk delen. De werkgevers willen daarentegen de toezegging van ons dat de premie voor de werkgevers nooit meer omhoog gaat. Maar zo werkt dat voor ons niet: wij willen nu en later, gezamenlijk met werkgevers, verantwoordelijk zijn voor de pensioenen in de sector. De werkgevers willen blijkbaar alleen maar alle risico’s bij de werknemers neerleggen. Dus wat er ook gebeurt met de financiële markten, de pensioenpremie mag van de werkgevers voor hen geen dubbeltje meer omhoog. Dat kan toch niet waar zijn?” Ook CNV Vakmensen heeft laten weten dat deze voorwaarde niet bespreekbaar is. “Je weet nu eenmaal niet wat de toekomst brengt en wat er in de toekomst nodig is. Het is dan ook logisch dat je niet de weg naar premie verhoging in de toekomst dicht timmert. Hiermee zeggen de werkgevers in het beroepsgoederenvervoer dat alle extra pensioenkosten in de toekomst automatisch op het bordje van de werknemers liggen”, vat onderhandelaar Anton Meijerman de afweging van CNV Vakmensen samen.
Door de ontstane situatie is het pensioenfonds Vervoer nu aan zet om de problemen op te lossen. De bonden gaan op 17 december om de tafel met de achterban om het pensioeneindbod te bespreken. Op 27 januari worden de andere CAO-voorstellen behandeld.
