De Duitse spoorbeheerder DBNetz mag dan onlangs wel begonnen zijn met de aanleg van ‘Het Derde Spoor’ tussen Emmerich en Oberhausen, dat wil niet zeggen dat de Duitse aansluiting op de Betuweroute in 2022 voltooid is. De einddatum voor die aansluiting schuift enkele jaren op. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van I&M in een brief aan de Tweede Kamer.
Het gaat om het 73 kilometer lange traject tussen Emmerich en Oberhausen. “In de afgelopen tijd is in de contacten met onze Duitse partners gebleken dat de officiële planning om de werkzaamheden in 2022 te voltooien niet langer realistisch is. De Duitse Bondsregering heeft aangegeven dat voor de twaalf opeenvolgende delen van het tracé tussen de Nederlandse grens bij Emmerich en Oberhausen de bouwvergunningen in de komende jaren zullen worden afgegeven. Voor de laatste delen zal dat in 2019 zijn. Een betrouwbare datum voor ingebruikname wil de Duitse Bondsregering pas afgeven als alle procedures voor de bouwvergunningen zijn afgerond. Ik hou er derhalve rekening mee dat de einddatum enkele jaren zal opschuiven”, schrijft Dijksma.
De vertraging van het 1,5 miljard euro kostend project betekent ook dat goederentreinen tussen de Rotterdamse haven en Duitsland ook na 2022 zullen moeten worden omgeleid. ProRail bekijkt momenteel wat de gevolgen hiervan zijn. De omleidingsroutes lopen via het zuiden (Brabant en Limburg – Brabantroute) en het oosten (Gelderland en Overijssel – Bentheimroute). Daar zal de hinder dus langer duren. Over deze trajecten rijden nu meer goederentreinen met gevaarlijke stoffen dan toegestaan. Dijksma heeft vorig jaar maatregelen genomen tegen deze overschrijdingen. Door het gebruik van alternatieve routes en dit jaar dus ook door vaker gebruik van de Betuweroute moeten de Brabant- en Bentheimroute worden ontlast.

