Het plan van minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) om schijnconstructies met Oost-Europese werknemers aan te pakken, vindt gehoor bij zowel zijn eigen partij PvdA en coalitiepartner VVD. Wel is er een lichte wijziging: de hoofdopdrachtgever (de verlader in de transportsector) kan alleen bij grove nalatigheid aansprakelijk worden gesteld.
Tot op heden was alleen de directe werkgever aansprakelijk. Asscher wilde eerst dat een hoofdopdrachtgever er altijd voor verantwoordelijk zou zijn dat cao-afspraken worden nageleefd, maar dat ging de VVD te ver. De partij was bang dat bedrijven met te veel bureaucratische rompslomp zouden worden opgezadeld.
In de nu overeengekomen regeling is de hoofdopdrachtgever alleen rechtstreeks aansprakelijk bij ‘grove nalatigheid’. De hoofdopdrachtgever heeft dan zes maanden de tijd om in te grijpen. In andere gevallen moeten eerst de andere opdrachtgevers in de keten worden aangesproken. Wat ‘grove nalatigheid’ precies inhoudt, is nog niet duidelijk.
De kern van Asscher plan blijft hiermee in de ogen van de PvdA overeind staan. Opdrachtgevers die veel met onderaannemers werken, zoals Rijkswaterstaat, worden straks verplicht zich serieus bezig te houden met het correct uitbetalen van cao-lonen en het voorkomen van misstanden. ”Als je van je baas geen loon krijgt, kun je bij de opdrachtgever van je baas alsnog je loon krijgen”, aldus PvdA-leider Diederik Samsom.
Verladersorganisatie EVO wacht af wat de precieze afspraken zijn, maar zegt wel de voorwaarde van de VVD te onderschrijven dat eventuele nieuwe wetgeving niet onwerkbaar moet zijn voor bedrijven. EVO, belangenbehartiger van 20.000 handels- en productiebedrijven, vreest een administratieve rompslomp die vooral voor kleine bedrijven een onwerkbare situatie in het leven roept. EVO pleit daarom net als de VVD voor heldere spelregels die aangeven waar opdrachtgevers van transport vooraf aan moeten voldoen. “Een stevig keurmerk voor de transportsector kan bedrijven die opdrachtgever zijn bijvoorbeeld helpen om op een redelijke manier hun verantwoordelijkheid te nemen. Zonder dergelijke voorwaarden creëert nieuwe wetgeving mogelijk een enorme administratieve rompslomp voor bedrijven. Ook voor grote bedrijven met veel transportstromen is het namelijk onmogelijk om hier voldoende inzicht in te krijgen”, aldus EVO.
