Het tracébesluit ‘A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15)’ is definitief. De A15 in de regio Arnhem mag worden doorgetrokken en de A12 en A15 mogen worden verbreed. Met deze einduitspraak komt een einde aan een lange juridische procedure. In maart 2024 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak al dat het tracébesluit bijna in orde was, maar dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat nog wel een nadere onderbouwing moest geven voor de inzet van het zogenoemde extern salderen. Die nadere motivering kwam in juli 2024. In de einduitspraak van vandaag (2 oktober 2024) komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot de conclusie dat deze nadere onderbouwing toereikend is. Daarmee is het tracébesluit na zeven jaar definitief.
De aanleg van de ViA15 leidt tot een toename van de stikstofneerslag op diverse beschermde natuurgebieden in de omgeving. De minister wil de schadelijke gevolgen daarvan verminderen (‘mitigeren’) door zes agrarische bedrijven op te kopen en de ‘stikstofwinst’ die dit oplevert in te zetten voor het tracébesluit. Dat mag, maar alleen onder bepaalde voorwaarden. Eerder dit jaar oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat het stikstofonderzoek nog te weinig informatie bevatte om te kunnen beoordelen of daaraan was voldaan.
Nadere onderbouwing volstaat
Uit de nadere onderbouwing van de minister blijkt dat de stikstofneerslag in de zeven Gelderse beschermde natuurgebieden blijvend omlaag moet. Dit betekent dat extern salderen bij deze zeven beschermde natuurgebieden alleen mag als de stikstofneerslag op deze gebieden is gedaald en aannemelijk is dat deze blijft dalen. Volgens de minister is dat het geval. Uit de nadere onderbouwing blijkt dat de stikstofneerslag op de gebieden is gedaald en in de periode tot 2030 verder blijft dalen. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak volstaat deze motivering.
ViA15

Deze zaak kent een lange voorgeschiedenis, die zelfs teruggaat tot de jaren zestig. Tegen het tracébesluit uit 2017 dienden aanvankelijk meer dan veertig particulieren, bedrijven en organisaties beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak. In januari 2021 deed de Afdeling bestuursrechtspraak een eerste tussenuitspraak, gevolgd door een tweede tussenuitspraak in april 2023 en een derde tussenuitspraak in maart 2024. De eerste twee tussenuitspraken gingen in de kern om de vraag tot welke afstand je de stikstofneerslag van een project, zoals een weg, moet berekenen. In de tweede tussenuitspraak oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat een afstand van 25 kilometer (de zogenoemde rekenafstand) voor individuele projecten aanvaardbaar was. Maar er bleven daarna nog bezwaren over. Deze gingen over onder meer over het stikstofonderzoek en het extern salderen. Na de derde tussenuitspraak van maart 2024 bleef alleen nog het punt van het extern salderen over. Met de einduitspraak komt de rechtszaak over het tracébesluit ViA15 definitief tot een einde.
Goederentransport
TLN is blij met deze uitspraak omdat het uitvoeren van het infrastructuurproject ViA15 voor een veel betere doorstroming van het verkeer tussen Arnhem en Nijmegen zorgt. “Dit is geweldig nieuws voor de regio Arnhem-Nijmegen en de transportsector”, stelt Elisabeth Post, bestuursvoorzitter van TLN. “Door het uitvoeren van ViA15 vermindert niet alleen de fileproblematiek in Gelderland”, vervolgt de bestuursvoorzitter. “Ook geeft dit een positieve impuls aan het internationale goederentransport.”

De zaak rond het verlengen van de A15 en het verbreden van stukken van de A15 en de A12 (bij Zevenaar) kent een lange voorgeschiedenis. Tegen het zogenaamde tracébesluit dat in 2017 werd genomen, dienden 44 verschillende partijen beroep in bij de afdeling bestuursrechtspraak.
De RVS gaat nu met deze onderbouwing akkoord. Hoewel de uitspraak van de Raad van State definitief is, betekent nog niet dat meteen met de aanleg van het extra stuk A15 en verbreding van de snelweg A12 kan worden begonnen.
Rijkswaterstaat moet eerst een nieuwe projectorganisatie optuigen. Daarnaast vereist de situatie nieuwe onderhandelingen met het consortium van bouwers dat verantwoordelijk is voor de aanleg van de weg. De afgelopen jaren zijn de kosten van bouwmaterialen en personeel fors gestegen,
Ondanks deze vertraging is TLN optimistisch over de voortgang van het project. Het is essentieel dat Rijkswaterstaat snel de benodigde stappen zet, zodat de bouw zo spoedig mogelijk van start kan gaan, stelt bestuursvoorzitter Post. “Wij kijken uit naar de verdere ontwikkelingen en blijven betrokken bij dit belangrijke project.”
