De invoering van zero-emissiezones in Nederlandse steden verloopt tot dusver rustig en gestructureerd. Dat blijkt uit de meest recente rapportage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, aangevuld met signalen vanuit ondernemers en brancheorganisaties zoals TLN en Evofenedex.
Sinds 1 januari 2025 zijn in zeventien gemeenten zero-emissiezones actief voor bestel- en vrachtauto’s. Uit cijfers van het Centraal Loket blijkt dat er tot eind mei 8.830 ontheffingsaanvragen zijn ingediend, waarvan het overgrote deel is toegekend. Zo werd 92 procent van de landelijke ontheffingen gehonoreerd. Ook op lokaal niveau zijn er diverse ontheffingen verstrekt op basis van bedrijfseconomische omstandigheden en hardheidsclausules.
De overgangsperiode zonder boetes loopt op 1 juli voor de meeste gemeenten af. Alleen Delft, Nijmegen, Leiden, Eindhoven en Amersfoort hanteren een langere boetevrije periode, om uiteenlopende redenen zoals technische problemen of bestuurlijke besluiten.
Het gedrag van ondernemers in de praktijk laat eveneens een positief beeld zien. Uit ANPR-camera-informatie blijkt dat minimaal 92 procent van het verkeer binnen de zones voldoet aan de emissie-eisen. In steden die al eerder milieuzones kenden, ligt dit percentage zelfs op 98 procent.
Logistiek makelaars, die ondernemers ondersteunen bij de overstap naar zero-emissievervoer, signaleren weinig problemen. Ze melden dat vragen over regelgeving, investeringsbeslissingen en toegang tot de zones goed beantwoord kunnen worden. Voor de meeste situaties zijn oplossingen beschikbaar, zoals maatwerkontheffingen of praktische tools als de TCO-calculators voor e-bestelauto’s en e-trucks.
Toch blijven er zorgen over onder meer het beperkte aanbod van elektrische voertuigen met voldoende laadvermogen, de hoge kosten en de beschikbaarheid van laadinfrastructuur. Brancheorganisaties benadrukken daarom het belang van duidelijke en stabiele beleidskaders richting 2030, zodat ondernemers investeringsbeslissingen durven nemen.
