Westerse en Japanse truckfabrikanten moeten de komende jaren zich richten op middensegment trucks voor BRIC-landen als ze op de wereldmarkt voor vrachtwagens willen blijven meetellen. Dat staat in een nieuw rapport van de Boston Consulting Group, dat is gebaseerd op gesprekken met topmanagers bij ’s werelds truckmerken en toeleveranciers.
De markt in de zogeheten BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) groeit momenteel razendsnel en die markt vraagt vooral om trucks in het kwalitatieve middensegment van steeds betere kwaliteit. Dit nieuwe productsegment zal volgens het rapport 44 procent van de wereldwijde verkopen betreffen in 2020. In de BRIC-landen ligt dit percentage op 70 procent. Het nieuwe segment groeit zo snel dat Westerse en Japanse fabrikanten zich er nu meteen op moeten gaan richten, anders zijn ze te laat.
Om succesvol te zijn op de BRIC-markt en dus een wereldspeler te worden (of blijven) moet de BRIC truck voldoen aan de vraag van de BRIC-landen. Dat betekent dat de vrachtwagens beter moeten zijn dan de huidige trucks van truckfabrikanten uit BRIC-landen zelf, maar ze hoeven ook niet zo high-tech en doorontwikkeld te zijn als de premium trucks van Mercedes-Benz, Scania, Freightliner, Volvo en Isuzu. De klanten in BRIC-landen zullen volgens het rapport vragen om krachtiger motoren, comfortabeler cabines en schonere en efficiëntere motoren.
“Westerse fabrikanten moeten snel aan de slag in BRIC-landen en hun middensegment product ontwikkelen of ze missen de boot”, zegt Nikolaus S. Lang van BCG München, mede-auteur van het rapport. “Lokale truckfabrikanten zoals Tata, Kamaz en Dongfeng zijn groot en winstgevend en ze hebben kennis van en netwerken op de lokale markt. Sommige Westerse fabrikanten zijn begonnen met het verkennen van de BRIC-markt, maar de ‘thuisfabrikanten’ liggen een heel eind voor in het ontwikkelen van middensegment trucks.”
