De transportcommissie van het Europees Parlement heeft maandagavond een ontwerp voor de invoering van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen goedgekeurd. Doel is de invoering van oplaad- of alternatieve tankstations voor auto’s, vrachtwagens, treinen en vliegtuigen te stimuleren en het gebruik van duurzame voertuigen te bevorderen.
De EP-leden zijn overeengekomen om verplichte nationale minimumdoelstellingen vast te stellen voor de invoering van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en om de EU-landen te vragen om tegen 2024 hun plan te presenteren over hoe dit te bereiken.
Volgens de aangenomen tekst moeten er tegen 2026 minstens om de 60 km langs de belangrijkste EU-wegen elektrische oplaadpunten voor auto’s komen. Voor vrachtwagens en bussen gelden dezelfde eisen tegen 2026, maar alleen op de TEN-T kernnetwerken. De EP-leden willen ook dat laadstations voor vrachtwagens op een veilige parkeerplaats sneller worden ingevoerd: twee laadstations vanaf 2028 in plaats van één vanaf 2031 zoals voorgesteld door de Commissie.
De EP-leden stellen ook voor om meer waterstoftankstations langs de hoofdwegen van de EU te plaatsen dan de Commissie voorstelt (om de 100 km in plaats van om de 150 km) en dit sneller te doen (tegen 2028 in plaats van 2031).
Gebruikers van voertuigen op alternatieve brandstoffen moeten gemakkelijk kunnen betalen, de prijs moet worden weergegeven per kWh of per kg, betaalbaar, vergelijkbaar en toegankelijk zijn voor alle voertuigmerken. De EP-leden willen ook dat er tegen 2027 een EU-toegangspunt komt voor gegevens over alternatieve brandstoffen, dat informatie geeft over de beschikbaarheid, wachttijden en prijzen bij verschillende stations.
EP-rapporteur voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen Ismail Ertug (S&D, DE) zei: “Duurzame alternatieve brandstoffen en de uitrol van de infrastructuur daarvoor spelen een sleutelrol in de overgang naar een succesvolle decarbonisatie van de vervoerssector. Door laadinfrastructuur sneller uit te breiden, maken we de overgang naar klimaatvriendelijke mobiliteit gemakkelijker voor mensen en de industrie.”
